3.1 - Waterkringloop

Welkom
  • Tas op de grond
  • Telefoon weg
  • Boeken op tafel
timer
3:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Tas op de grond
  • Telefoon weg
  • Boeken op tafel
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Vormen van water op aarde
  • Waterkringloop
  • Waterschaarste

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel water gebruik je?
  • Bereken je watervoetafdruk
  • Wat draagt bij aan de hoogte van je voetafdruk?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Faseovergangen
Condens op een raam
Bevriezen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De waterkringloop
Infiltratie
Vloeibaar naar gasvormig
Gasvormig naar vloeibaar
Opgeslagen in de vorm van ijs
Motor van de kringloop van het water
Oppervlaktewater

Slide 7 - Tekstslide



Verschillende "omwegen" die het water maakt bij de lange kringloop van het water

  1. Via het oppervlaktewater
  2. Infiltratie (via grondwater)
  3. Opgeslagen in ijskappen op polen en in bergen

      

Slide 8 - Tekstslide

Welkom
  • Tas op de grond
  • Telefoon weg
  • Boeken op tafel
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Er is niet altijd voldoende zoet water beschikbaar:
  • Weinig neerslag
  • Neerslag in de winter
  • Neerslag in dunbevolkte gebieden

Op mondiaal schaalniveau maken we onderscheid in droge en natte gebieden.

Slide 10 - Tekstslide

Nuttige neerslag
  • Neerslag - verdamping = nuttige neerslag.
  • Neerslag die ten goede komt aan planten/gewassen

De hoeveelheid neerslag kan in verschillende landen hetzelfde zijn, maar de nuttige neerslag kan alsnog verschillen.

Slide 11 - Tekstslide

Nuttige neerslag

Slide 12 - Tekstslide

  • Geef je samenvatting een titel
  • Maak eerst notities of tekeningen rechts
  • Schrijf links de belangrijkste begrippen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Nu zelf proberen
  • Lees par. 3.1 en 3.2
  • Maak tijdens het lezen aantekeningen/tekeningen in de rechterkolom
  • Schrijf vervolgens de belangrijkste begrippen in de linkerkolom
  • Geef als laatste een titel aan je samenvatting
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Uitwisselen
  • Vergelijk je samenvatting met die van een klasgenoot
  • Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
  • Vul je eigen samenvatting aan
  • Vul als laatste het onderste vak in -> Leg in 2 à 3 zinnen uit waar deze paragraaf over gaat
timer
6:00

Slide 16 - Tekstslide

Aquifer
Aquifer

Slide 17 - Tekstslide

Duurzaam watergebruik

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Terugblik
pak je schrift!

Slide 20 - Tekstslide

Noteer de juiste begrippen in je schrift
  1. Alleen vernieuwbaar water gebruiken
  2. Laag in de ondergrond met water.
  3. Je maakt het water niet op.
  4. Water in in bijv. meren, rivieren en oceanen.
  5. Overgang van waterdamp naar vloeibaar water 
  6. Water dat de bodem in stroomt.
timer
2:40

Slide 21 - Tekstslide

Welk begrip hoort hierbij?

Slide 22 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Leg uit waarom de uitspraak juist of onjuist is:
  1. In de winter is de nuttige neerslag groter, omdat er dan meer neerslag valt dan in de zomer.
  2. De lange waterkringloop is van groter belang voor de mens dan de korte kringloop
  3. Fossiel water is een vorm van vernieuwbaar water.

Slide 23 - Tekstslide

De waterbalans van Nederland laat zien dat de neerslag en de rivieren voor aanvoer van zoet water zorgen. Welke andere bron zorgt eveneens voor de aanvoer van zoet water?
A grondwater
B verdamping
C smeltend landijs
D piekafvoer

Slide 24 - Tekstslide