Herhalingsles h4

Formatieve toets h4
2bk

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formatieve toets h4
2bk

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is produceren?

A
Het verkopen van producten
B
Het kopen van diensten
C
Het maken van goederen en het leveren van diensten
D
Het opslaan van goederen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een bedrijfskolom?

A
Een schema met alle kosten van een product
B
De volgorde van bedrijven die samenwerken aan een product
C
Een lijst met verkochte producten
D
Een tabel van personeel in een bedrijf

Slide 4 - Quizvraag

Een product kost in totaal €500 aan productie. Er worden 100 stuks gemaakt. Wat is de kostprijs per product?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is milieuschade?

A
Extra kosten voor een bedrijf
B
Schade aan de leefomgeving door productie en consumptie
C
Kosten van transport
D
Energie die duurzaam wordt opgewekt

Slide 7 - Quizvraag

Bedrijfskosten zijn kosten die de samenleving betaalt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij duurzaam produceren?
A
Geen afval veroorzaken
B
Vervuiling van water toelaten
C
Geen fossiele energie gebruiken
D
Geen nieuwe grondstoffen verbruiken

Slide 9 - Quizvraag

Wat is recyling en wat zijn twee voordelen recyling?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent investeren voor een bedrijf?
A
Extra werknemers aannemen
B
Machines verkopen
C
Kapitaalgoederen kopen zoals machines of gebouwen
D
Milieuregels invoeren

Slide 12 - Quizvraag

Een machine kost €18.000 en gaat 6 jaar mee. Wat is de jaarlijkse afschrijving?

Slide 13 - Open vraag

Wat gebeurt er als de arbeidsproductiviteit stijgt?
A
De kostprijs per product stijgt
B
Er wordt minder geproduceerd
C
Er wordt meer geproduceerd met minder mensen
D
De verkoopprijs daalt automatisch

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen mechanisering en automatisering?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een ondernemer? Geef een voorbeeld van een ondernemer die jij kent.

Slide 17 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van arbeidsintensieve productie?
A
Auto’s bouwen met robots
B
Chips maken in een fabriek
C
Productie met veel machines
D
Verpleegkundige zorg in een ziekenhuis

Slide 18 - Quizvraag

Omzet is hetzelfde als winst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Je verkoopt 200 boeken voor €15 per stuk. Wat is je omzet?

Slide 20 - Open vraag

Leg uit wat het verschil is tussen afzet, omzet en winst.

Slide 21 - Open vraag