Paragraaf 8.2 en 8.3

Internationale concurrentiepositie
Een land kan beter of goedkoper produceren dan andere landen
  • Nederland heeft een goede infrastructuur
  • Nederland heeft goed onderwijs
Benzineprijs in België en Duitsland
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Internationale concurrentiepositie
Een land kan beter of goedkoper produceren dan andere landen
  • Nederland heeft een goede infrastructuur
  • Nederland heeft goed onderwijs
Benzineprijs in België en Duitsland

Slide 1 - Tekstslide

Internationale arbeidsverdeling
Elk land maakt producten waar het goed in is. 
Kleding uit Bangladesh:
  • Uitgebreide technologie, ontwerp van T-shirts is goedkoper   (VS)
  • Lage lonen voor werknemers, T-shirts goedkoop produceren (Bangladesh)

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Globalisering






Wat kan een nadeel van globalisering zijn?


Slide 5 - Tekstslide

Eigen economie beschermen
Beschermen eigen productie + werkgelegenheid
De vier protectiemaatregelen:
  • Importheffingen: Douanebelasting op buitenlandse producten
  • Contingentering: Max. aantal producten dat geïmporteerd mag worden
  • Invoerverbod: Bepaalde producten mogen helemaal niet geïmporteerd worden
  • Exportsubsidie: Subsidie verlenen aan bedrijven die bepaalde producten exporteren. Bedrijven kunnen hun producten goedkoper verkopen

Slide 6 - Tekstslide

Importheffingen 

Slide 7 - Tekstslide

Invoerverbod

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Samenwerken is slimmer
Paragraaf 8.3

Slide 10 - Tekstslide

Het belang van EU
Europese Unie (EU) telt 27 landen.
Belangrijk doel van de EU: economische samenwerking:
  • De EU stelt hiervoor wetten en regels op.
  • Bedrijven uit de EU kunnen zo gelijkwaardig concurreren.


Slide 11 - Tekstslide

Een gemeenschappelijke markt
Interne markt

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Internationale handel
Nederlandse bedrijven handelen ook met landen die niet de euro als munteenheid hebben.
Bij handel buiten de eurozone heb je te maken met vreemde valuta.
De wisselkoers kan veranderen.
Gevolg:
  • Invoerproducten worden voor ons duurder of goedkoper
  • Exportproducten worden voor andere landen duurder of goedkoper.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Eurzone
De EMU-landen hebben de euro als wettig betaalmiddel. Samen vormen ze de eurozone. Doel van de Europese Monetaire Unie (EMU): één gezamenlijke munt in alle EU-landen.
Voordelen euro:
  • Eenvoudig prijzen in verschillende landen vergelijken
  • Geen kosten voor omwisselen vreemde valuta
  • Bedrijven verliezen geen geld door veranderingen in de wisselkoers
De Europese Centrale Bank (ECB) is de centrale bank van de eurozone.



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide