Blok 7 week 2 les 2

Spelling Blok 7 Week 2 Les 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Spelling Blok 7 Week 2 Les 2

Slide 1 - Tekstslide

woorden eindigend op -elen, -eren of -enen (let op: bijv. spelen hoort hier niet bij)

Slide 2 - Woordweb

achtervoegsel woorden die eindigen op -e of -er

Slide 3 - Woordweb

colawoorden

Slide 4 - Woordweb

T.T. V.T. of Volt.T.
Ivo vroeg.
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 5 - Quizvraag

T.T. V.T. of Volt.T.
Heeft zij gezegd?
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 6 - Quizvraag

T.T. V.T. of Volt.T.
Jij floot.
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 7 - Quizvraag

T.T. V.T. of Volt.T.
Zij hebben gehoord.
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 8 - Quizvraag

T.T. V.T. of Volt.T.
De meester sprak.
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 9 - Quizvraag

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 10 - Open vraag

Typ het woord nu nog een keer goed:
de eieren

Slide 11 - Open vraag

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 12 - Open vraag

Typ het woord nu nog een keer goed:
sappige

Slide 13 - Open vraag

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 14 - Open vraag

Typ het woord nu nog een keer goed:
de traktatie

Slide 15 - Open vraag

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 16 - Open vraag

Typ het woord nu nog een keer goed:
constant

Slide 17 - Open vraag

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 18 - Open vraag

Typ het woord nu nog een keer goed:
de kaasmakerij

Slide 19 - Open vraag

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 20 - Open vraag

Typ het woord nu nog een keer goed:
hongerige

Slide 21 - Open vraag

Luister naar de zin en typ.
(zonder categorieën)

Slide 22 - Open vraag

Typ de zin nu nog een keer goed:
De verbouwde koeienschuur staat in de schaduw.

Slide 23 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
De verbouwde koeienschuur staat in de schaduw.
A
verbouwde
B
koeienschuur
C
staat
D
schaduw

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van deze zin?
De verbouwde koeienschuur staat in de schaduw.
A
koeienschuur
B
verbouwde koeienschuur
C
de verbouwde koeienschuur
D
in de schaduw

Slide 25 - Quizvraag

Welke woordsoort is koeienschuur?
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 26 - Quizvraag

Welke woordsoort is verbouwde?
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 27 - Quizvraag