In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Herhaling bewegen en krachten
6 vwo
herhaling voor SE 2
Slide 1 - Tekstslide
wat gaan we doen?
-hoofdstuk 2, 4 vwo, bewegen
- hoofdstuk 4, 4 vwo, krachten
-hoofdstuk 8, 5 vwo, arbeid en energie
Slide 2 - Tekstslide
eenparige beweging
Slide 3 - Woordweb
eenparig versnelde beweging
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Een automobilist rijdt 88,0 km/h. Hij ziet op 60,0 meter voor zich een konijntje op de weg zitten. De reactietijd van de automobilist is 0,900 seconden. Wat is de stopafstand van deze automobilist? De remtijd bedraagt 3,10 s. Geef je antwoord in meter, denk aan significantie en vermeld de afkorting van de eenheid.
Slide 8 - Open vraag
Een vliegtuig vertrekt eenparig versneld op de startbaan. Wrijvingskrachten mogen worden verwaarloost. Om op te kunnen stijgen heeft het vliegtuig een minimale snelheid van 300 km/h nodig. Het vliegtuig heeft ene massa van 300 ton. Bereken de minimale lengte van de startbaan. Het vliegtuig heeft 21 seconden nodig om de snelheid van 300 km/h te bereiken. Denk aan significantie en vermeld de afkorting van de eenheid.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Een parachutist met een massa van 100 kg (inclusief parachute) valt met een maximale snelheid van 200 km/h. Bereken de grootte van de evenredigheidsconstante k. Vermeld ook de eenheid van k (deze moet je eerst afleiden!) en denk aan significantie.
Slide 20 - Open vraag
Welke van deze grafieken laat een beweging met een constante nettokracht ongelijk aan nul zien?
A
Grafieken A en B
B
Grafiek C
C
Grafiek D
D
Grafiek E
Slide 21 - Quizvraag
Hoe goed snap je bewegen en krachten nu, vergeleken met de vierde klas?