4.3 Prisma en 4.4 Cilinder

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H8 

Inhoud Prisma en Cilinder

Je weet al:

• hoe je de oppervlakte van een driehoek berekent
• hoe je de oppervlakte van een cirkel berekent
• hoe je inhoudsmaten omrekent
• Hoe je de inhoud van een balk en kubus berekent

Na deze les:

Kun je de inhoud berekenen van de volgende ruimtefiguren.

• een prisma,
• een cilinder,
• een piramide en
• een kegel.

Inhoud kubus

De inhoud van een kubus bereken je

met de formule:

inhoud kubus = oppervlakte grondvlak  x hoogte

De oppervlakte van het grondvlak 

bereken je met de formule:

oppervlakte grondvlak = lengte x breedte

Inhoud balk

De inhoud van een balk bereken je 

met de formule:

inhoud balk = oppervlakte grondvlak  x hoogte

De oppervlakte van het grondvlak 

bereken je met de formule:

oppervlakte grondvlak = lengte x breedte

Wat is een prisma en hoe bereken je de inhoud van een prisma?

Inhoud prisma

De inhoud van een prisma bereken je 

met de formule:

inhoud prisma = oppervlakte grondvlak  x hoogte

Als het grondvlak een driehoek is, bereken je de

oppervlakte van het grondvlak met de formule:

oppervlakte grondvlak = ½ x zijde x hoogte

Opp​driehoek​​=(basis⋅hoogte)/2

Bereken
Opp. driehoek

Bereken
Opp. driehoek

Bereken
Opp. driehoek

Wat is de inhoud van dit prisma?

1. 28 cm3
2. 112 cm3
3. 56 cm3
4. Kun je niet berekenen.

Wat is de inhoud van het prisma?

1. 360 cm3
2. 180 cm3
3. 72 cm3
4. 36 cm3

Bereken de inhoud van de prisma

opp​cirkel​​=π⋅straal​2​​

Bereken de opp. van de cirkel

Bereken de opp. van de cirkel

Inhoud cilinder

De inhoud van een cilinder bereken je met de formule:

inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak  x hoogte

De oppervlakte van het grondvlak bereken je

met de formule:

oppervlakte grondvlak =       x straal x straal

(straal = diameter : 2)

π

Wat is de inhoud van de cilinder?

Het antwoord is afgerond op hele cm³

1. 18 cm3
2. 28 cm3
3. 36 cm3
4. 113 cm3

Ik kan de inhoud berekenen
van een prisma.

1. Ja.
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
4. Nee, ik begrijp er eigenlijk nog niets van.

Ik kan de inhoud berekenen
van een cilinder.

1. Ja.
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
4. Nee, ik begrijp er eigenlijk nog niets van.