STAAL Taal Dierentuin, woordenschat

Taal
Dierentuin 

Woordenschat
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal
Dierentuin 

Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord hoort
bij dit plaatje?

Slide 4 - Open vraag

Welk woord hoort hier niet bij?
A
ei
B
jong
C
welp
D
kind

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord hoort bij deze betekenis?

Iemand die altijd veel geluk heeft.

Slide 6 - Open vraag

Welk woord hoort bij deze betekenis?
Je betaalt voor een heleboel keer tegelijk. Hiermee kan je bijvoorbeeld een jaar lang naar de dierentuin of krijg je elke week een tijdschrift.

Slide 7 - Open vraag

Welk woord hoort bij deze betekenis?

De baas van een school of van een bedrijf.

Slide 8 - Open vraag

Je kunt een abonnement nemen op een...
A
school
B
pretpark

Slide 9 - Quizvraag

Waar kun je directeur van zijn?
A
een bedrijf
B
een familie

Slide 10 - Quizvraag

Een geluksvogel is iemand die...
A
veel van vogels houdt
B
vaak geluk heeft

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord hoort
bij dit plaatje?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent 'de oprichting'?
A
dat iets begint te bestaan
B
dat iets een bepaald aantal jaren bestaat
C
dat er jongen worden geboren

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'baren'?
A
bevallen
B
beven

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'uitsterven'?
A
geboren worden
B
verdwijnen

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'dierentransport'?
A
dieren
B
dierenvervoer

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als 'territorium'?
A
leefgebied
B
aquarium

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord hoort bij deze betekenis?

Een dier dat kruipt en eieren legt.

Slide 19 - Open vraag

Welk woord hoort bij deze betekenis?

Als het erg warm en vochtig is.

Slide 20 - Open vraag

Welk woord hoort bij deze betekenis?

Diersoorten die bijna niet meer voorkomen.

Slide 21 - Open vraag

Dit was het einde van de les. Hoe goed ken jij de woorden van dit thema?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll