7-1 V1 Kennismaking + planning + persoonsvorm/zinsdelen/ondw

1. Maak een naambordje
2. Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1. Maak een naambordje
2. Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Introductie
  2. Afspraken
  3. Planning
  4. Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Mevrouw Koonings
Mevrouw Koonings

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is het vak Nederlands nuttig?

Slide 4 - Tekstslide

Onder andere hierom dus....

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Afspraken tijdens de les
  1.  Leesboek, Nieuw Nederlands en schrift altijd meenemen.
  2. Telefoons in telefoontas, tenzij ik anders aangeef.
  3. Huiswerk niet gemaakt? Meld dat dan vooraf aan de les.                                                                  Laatste les van de week schriftencontrole.
  4. Vraag of opmerking? Steek je hand op.




Slide 8 - Tekstslide

Planning komende tijd
Komende drie weken: Grammatica:
- Zinsdelen: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde
- Woordsoorten: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord

Vanaf 21 januari: Spreekbeurten
- Vergeet niet je onderwerp door te geven!

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
  1. Lesdoel
  2. Startopdracht: hoe ver ben je al?
  3. Uitleg & aantekening
  4. Aan de slag!
  5. Huiswerk + taalvout

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel:
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in een zin vindt;
  • Je weet hoe je een zin in zinsdelen verdeelt;
  • Je weet hoe je het onderwerp in een zin vindt.

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm & onderwerp: startopdracht

Slide 12 - Tekstslide

1. Pak je schrift en een pen
2. Schrijf de antwoorden op in je schrift
  1. Noem 2 manieren die je kunt gebruiken om de persoonsvorm (pv) te vinden in een zin.
  2. Welke manier om de pv te vinden werkt niet altijd? 

3. Haal de persoonsvorm en het onderwerp uit de volgende zinnen:
a. Gisteren voerde zijn oom de geiten oud brood.
b. Hoeveel vingers steek ik op?
c. Loop toch eens door!
Klaar? Lezen in leesboek

Slide 13 - Tekstslide

1. Pak een ander kleur pen
2. Kijk je antwoorden na en verbeter ze
1. Noem 2 manieren die je kunt gebruiken om de persoonsvorm (pv) te vinden in een zin.
- Tijdproef: zin van tijd veranderen
- Getalproef: zin van enkelvoud naar meervoud veranderen of andersom
- Vraagproef: Vraagzin maken. De pv is het eerste werkwoord
2. Welke manier om de pv te vinden werkt niet altijd? 
- Vraagproef
3. Haal de pv en het onderwerp uit de volgende zinnen:
a. Gisteren voerde zijn oom de geiten oud brood.
b. Hoeveel vingers steek ik op?
c. Loop toch eens door!

Slide 14 - Tekstslide

0 of 1 fout?
Groep paars
2 of 3 fouten?
Groep blauw
4 of meer fouten?
Groep groen
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
- Maken: opdr. 2 t/m 4 blz. 25 t/m 27.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
- Maken: opdr. 2 t/m 4 blz. 25 t/m 27.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
Maken: opdr. 1, 2 en 4 blz. 25 t/m 27.

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg: persoonsvorm, zinsdelen & onderwerp

Slide 16 - Tekstslide

Basisregels Lessonup
  1. Je gebruikt je eigen naam.
  2. Je geeft zonder te overleggen antwoord, tenzij overleggen is toegestaan.
  3. Bij klassikale uitleg luister je en lees je mee op het scherm.
  4. Je doet geen andere dingen op je telefoon! Toch wel? Telefoon inleveren en op het einde van de dag ophalen.

Slide 17 - Tekstslide

Ga naar lessonup.app
Log in met klassencode: 

sszzv

Slide 18 - Tekstslide

De persoonsvorm
(PV)

De persoonsvorm (PV) is een werkwoord.



Werkwoorden geven de handeling aan. 

Slide 19 - Tekstslide

Vul in:
Jan ... naar school.

Slide 20 - Open vraag

Manieren om de persoonsvorm te vinden
De jongen loopt naar school.
  • De vraagproef - Maak van de zin een vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Loopt de jongen naar school?


  • De tijdproef - Zet de zin in een andere tijd: maak van tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De jongen liep naar school.

  • De getalproef - verander het getal: maak van het enkelvoud het meervoud of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De jongens lopen naar school.

Slide 21 - Tekstslide

Aantekening
Hoe vind je de PV?
  • De vraagproef - Maak de zin vragend.
Loopt de jongen naar school?


  • De tijdproef - Zet de zin in een andere tijd.
De jongen liep naar school.

  • De getalproef - verander het getal.
De jongens lopen naar school.

Let op!
De leraar kijkt onze toetsen na. (Het hele ww is nakijken maar alleen het eerste deel (kijkt) is pv!)

Slide 22 - Tekstslide

Even checken!

Slide 23 - Tekstslide

Gisteren werd in de Stadsgehoorzaal de 'Bonte avond' gehouden.

Slide 24 - Open vraag

Het docentencabaret Bast & Brein verzorgde een optreden.

Slide 25 - Open vraag

Er werd gedanst door jazzballetgroep Flitzz.

Slide 26 - Open vraag

Aantekening

Zinsdelen


Woord of groepje woorden die bij elkaar horen.
  • PV is altijd één zinsdeel.
  • Alles voor de PV is één zinsdeel.
  • Alles wat voor de PV kan is een apart zinsdeel.
  • Werkwoorden zijn ook altijd één zinsdeel.

Slide 27 - Tekstslide

Volgens onderzoekers zijn mooie mensen gelukkiger dan lelijke mensen.


Hij heeft altijd al de beste voetballer willen worden.

Slide 28 - Tekstslide

Aantekening

Onderwerp


Voert de handeling uit.
Twee manieren om te vinden:
1. Wie of wat + PV?
Jan loopt naar school. Wie loopt? Jan.
2. Verander de PV van getal:
Vanmorgen/ hebben / mijn zussen/ brood/ gekocht.
Vanmorgen/ heeft/ mijn zus/ brood gekocht.




Slide 29 - Tekstslide

Vroeger maakten weerkundigen gebruik van hun ervaring.

Slide 30 - Open vraag

Ook keken ze heel goed naar natuurverschijnselen.

Slide 31 - Open vraag

0 of 1 fout?
Groep paars
2 of 3 fouten?
Groep blauw
4 of meer fouten?
Groep groen
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
- Maken: opdr. 2 t/m 4 blz. 25 t/m 27.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
- Maken: opdr. 2 t/m 4 blz. 25 t/m 27.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
Maken: opdr. 1, 2 en 4 blz. 25 t/m 27.

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in een zin vindt;
  • Je weet hoe je een zin in zinsdelen verdeelt;
  • Je weet hoe je het onderwerp in een zin vindt.

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
Ja/ nee/ gedeeltelijk, want......

Slide 34 - Open vraag

Huiswerk & TaalVout
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
- Maken: opdr. 2 t/m 4 blz. 25 t/m 27.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
- Maken: opdr. 2 t/m 4 blz. 25 t/m 27.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 25 t/m 27 lezen.
Maken: opdr. 1, 2 en 4 blz. 25 t/m 27.

Slide 35 - Tekstslide