Massamedia les 3

Les 3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je welke soorten media er zijn. 

Aan het einde van de les weet je wat nieuws is en waar het vandaan komt. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat
Tijd
Terugblik vorige les
5 minuten
Nieuws
10 minuten 
Huiswerk 
20 minuten
Wat gaan we doen? 

Slide 3 - Tekstslide

Pluriformiteit in de media betekent:

Slide 4 - Open vraag

Doelgroep
A
Groep mensen
B
Groep mensen die houden van elkaar
C
Groep mensen met dezelfde kenmerken en belangstelling
D
Groep die voor een doel staat

Slide 5 - Quizvraag

Dit medium gebruik ik het meest
Tv
Radio
Tijdschrift
Krant

Slide 6 - Poll

NPO 



NPO = Nederlandse Publieke Omroep

Geld van de overheid (belasting) en reclame inkomsten van de STER. 

--> richtlijnen zijn belangrijk, de Mediawet. 

NTR en NOS --> alleen maar kennis. 

Slide 7 - Tekstslide

Gewoon Bloot: waarom een discussiepunt? 

Slide 8 - Tekstslide

Commerciële zenders
Inkomsten door reclame. 

Grotere vrijheid om uit te zenden.

Andere programma's. 

Slide 9 - Tekstslide

Pluriformiteit in de media
Pluriformiteit betekent eigenlijk veel soorten. 

Is dit in Nederland het geval? 

Ja: verschillende doelgroepen komen aan de orde de media. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke zender of dienst keken de 13-19 jarigen in 2019 het meest?
Netflix
Youtube
NPO 3
NPO 2
NPO 1

Slide 11 - Poll

Welke zender of dienst keken de 55+ het meest in 2019?
NPO 1
NPO 2
NPO
SBS6
Youtube
RTL 4

Slide 12 - Poll

Waarom is er dit verschil? 

Slide 13 - Tekstslide

Nieuws

Slide 14 - Woordweb

Ik kijk het nieuws
Nooit
Soms (1 of 2 keer per week)
Regelmatig (4 keer per dag)
Elke dag

Slide 15 - Poll

Het Nieuws
Wanneer is iets nieuws:
- Het moet actueel zijn ( het speelt nu)
- Het moet bijzonder zijn
- Het gaat over een belangrijk of bekend persoon
- Is het dichtbij of ver af?
- Is het interessant. En wanneer is iets interessant? 
- Is het belangrijk voor de samenleving

Slide 16 - Tekstslide

Wie maakt het nieuws
Dat zijn journalisten, maar ook veel burgers plaatsen nieuws.

 Een journalist moet de informatie altijd controleren en de journalist probeert altijd beide partijen aan het woord te laten. 

De nieuwsbron moet vermeld worden in een nieuwsbericht. 
Journalisten zoeken zelf naar nieuws of persbureaus. 

Slide 17 - Tekstslide

Is dit echt of nep?

Slide 18 - Tekstslide

Dit bericht is
Waar
Nep

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Dit bericht is
Waar
Nep

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Dit bericht is
Waar
Nep

Slide 25 - Poll

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
Blz: 88 t/m 90
Vraag: 3, 4, 7, 9 en 10. 
Hoe: je mag overleggen. 

Slide 27 - Tekstslide