Reizen met het Openbaar Vervoer

Reizen met het Openbaar Vervoer
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Reizen met het Openbaar Vervoer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je reizen met het openbaar vervoer.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet je al over het reizen met het openbaar vervoer?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is openbaar vervoer?
Openbaar vervoer is transport dat beschikbaar is voor publiek gebruik, zoals bussen, treinen en trams.

Slide 4 - Tekstslide

Definieer openbaar vervoer aan de hand van voorbeelden.
Soorten openbaar vervoer
Er zijn verschillende soorten openbaar vervoer zoals bussen, treinen, trams en metro's.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende soorten openbaar vervoer en hoe ze verschillen van elkaar.
Waar kun je een OV-chipkaart kopen?
Je kunt een OV-chipkaart kopen bij een balie op het treinstation, bij een supermarkt of online.

Slide 6 - Tekstslide

Laat zien waar je een OV-chipkaart kunt kopen en hoe je een OV-chipkaart kunt opladen.
Inchecken
Voordat je het openbaar vervoer gebruikt, moet je inchecken met je OV-chipkaart.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe inchecken werkt en wat er gebeurt als je vergeet om in te checken.
Reizen met de trein
Als je met de trein gaat reizen, moet je een kaartje kopen of inchecken met je OV-chipkaart.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe je een kaartje koopt en laat zien hoe je incheckt met je OV-chipkaart.
Reizen met de bus/tram/metro
Als je met de bus, tram of metro gaat reizen, moet je inchecken met je OV-chipkaart.

Slide 9 - Tekstslide

Laat zien hoe je incheckt met je OV-chipkaart en wat de verschillende tarieven zijn.
Uitchecken
Vergeet niet om uit te checken als je uit het openbaar vervoer stapt, anders betaal je te veel.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe uitchecken werkt en wat er gebeurt als je vergeet om uit te checken.
Op welke tijden kun je reizen?
De tijden waarop je kunt reizen verschillen per openbaar vervoerder.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit welke tijden beschikbaar zijn en hoe je deze kunt vinden.
Waar kun je naartoe reizen?
Je kunt reizen naar verschillende locaties, zoals steden, dorpen en attracties.

Slide 12 - Tekstslide

Laat zien welke bestemmingen beschikbaar zijn en welke routes je kunt nemen.
Reizen met korting
Je kunt reizen met korting als je een abonnement hebt of als je een bepaalde leeftijd hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit welke soorten kortingen beschikbaar zijn en hoe je deze kunt krijgen.
Veiligheid
Zorg ervoor dat je veilig reist en houd je aan de regels in het openbaar vervoer.

Slide 14 - Tekstslide

Laat de regels zien en leg uit waarom veilig reizen belangrijk is.
Assistentie nodig?
Als je hulp nodig hebt, kun je de conducteur of buschauffeur om hulp vragen.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat te doen als ze hulp nodig hebben.
Reizen met bagage
Je mag bagage meenemen, maar zorg ervoor dat je niet te veel meeneemt en dat het niet in de weg staat.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat de regels zijn voor het meenemen van bagage.
Milieuvriendelijk
Reizen met het openbaar vervoer is milieuvriendelijker dan autorijden.

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf hoe reizen met het openbaar vervoer het milieu beschermt.
Kosten
De kosten voor openbaar vervoer zijn afhankelijk van de afstand die je reist en de soort reis die je maakt.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit hoe de kosten worden berekend en laat zien hoe je deze kunt vinden.
Abonnementen
Als je vaak reist, is het misschien voordeliger om een abonnement te nemen in plaats van losse kaartjes te kopen.

Slide 19 - Tekstslide

Laat zien welke soorten abonnementen beschikbaar zijn en hoe je deze kunt krijgen.
Vertragingen
Soms komt het voor dat het openbaar vervoer vertraagd is. Houd hier rekening mee bij het plannen van je reis.

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wat studenten kunnen doen als het openbaar vervoer vertraagd is.
Voordelen van reizen met het openbaar vervoer
Reizen met het openbaar vervoer is milieuvriendelijk, goedkoper dan autorijden en je hoeft niet zelf te rijden.

Slide 21 - Tekstslide

Laat zien wat de voordelen zijn van reizen met het openbaar vervoer.
Oefenen
Oefen met het in- en uitchecken met een OV-chipkaart en het kopen van kaartjes.

Slide 22 - Tekstslide

Laat studenten oefenen met het gebruik van het openbaar vervoer.
Evaluatie
Beoordeel wat je hebt geleerd tijdens deze les.

Slide 23 - Tekstslide

Evalueer wat studenten hebben geleerd tijdens de les en beantwoord eventuele vragen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.