Introductie monniken en ridders

De vroege middeleeuwen
Het tijdvak van monniken en ridders
Introductie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De vroege middeleeuwen
Het tijdvak van monniken en ridders
Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Planning periode
Week 9: introductie nieuwe onderwerp
Week 10: §4.1/5.1 Leenheren en leenmannen           
Week 11: §4.2/5.2 Europa wordt christelijk                 
Week 12: §4.3/5.3 Machtige heren, halvrije boeren 
Week 13: §4.4/5.4  Opkomst van de Islam                                 
Week 14: Test jezelf                                                       
Week 15: tl: Repetitie H4 §4.1 t/m §4.4 / havo: H5 §5.1 t/m §5.4

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Introductie:
  • Wat is de middeleeuwen?
  • Wat is er veranderd sinds de Romeinse tijd?
  • Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de Romeinse tijd en de Middeleeuwen?
  • Waar gaan we het over hebben de komende weken?

    Slide 3 - Tekstslide

    Wat weet jij eigenlijk
    van de middeleeuwen?

    Slide 4 - Woordweb

    Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
    In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
    Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

    Slide 5 - Tekstslide

    Slide 6 - Video

    Tijd van Grieken en Romeinen
    (500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
    Tijd van Monniken en Ridders
    (500-1000)
    (Vroege Middeleeuwen)
    Tijd van Steden en Staten
    (1000-1500)
    (Late Middeleeuwen)
    1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
    (Einde van de Middeleeuwen)
    ⚓️
    476: Val van het West-Romeinse Rijk
    (Begin van de Middeleeuwen)
    🔥
    Tijd van Ontdekkers en Hervormers
    (1500-1600)
    Tijd van Regenten en Vorsten
    (1600-1700)
    Tijd van Pruiken en Revoluties
    (1700-1800)

    Slide 7 - Tekstslide

    Eerst de naam: 
    De Middeleeuwen

    • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

    • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

    • Ongeveer tussen 500 en 1500

    • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
    • Late Middeleeuwen: 1000-1500

    Slide 8 - Tekstslide

    Waar gaat dit hoofdstuk over
    Met die naam ‘tussen-eeuwen' werd bedoeld:
    • De tijd tussen de Romeinse tijd en hun eigen tijd. 
    • Deze tussentijd wilden ze liever vergeten, omdat daarin de kennis van de Grieken en Romeinen verloren ging en overal oorlog, ziekte en ellende was. 
    In dit en in het volgende hoofdstuk lees je dat dit niet klopt. In de Middeleeuwen zijn er ook belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen geweest.

    Slide 9 - Tekstslide

    Van Oudheid naar Middeleeuwen
    De val van het West-Romeinse rijk in 476 na Chr. betekent een nieuwe periode in de geschiedenis van West-Europa. 

    Slide 10 - Tekstslide

    Na het verval van de Romeinen:
    • Na de val is er Chaos
    • Wegennet raakte in verval
    • Handel verdween
    • Steden krompen
    • Er ontstaan kleine koninkrijkjes die onderling oorlog voeren om de macht-> wie is de baas?

    Slide 11 - Tekstslide


    Onrustige tijden in Europa
    500-800



    • Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
    • Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.

    • Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)

    Slide 12 - Tekstslide

    Plaatjesopdracht
    STAAN = De Romeinse tijd
    ZITTEN = De middeleeuwen

    Slide 13 - Tekstslide

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Tekstslide

    Slide 16 - Tekstslide

    Slide 17 - Tekstslide

    Slide 18 - Tekstslide

    Slide 19 - Tekstslide

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Tekstslide

    Slide 23 - Tekstslide

    Nieuwe machthebbers:
    • Na ongeveer 200 jaar: Franken machtigste volk
    • Bekendste leider: Karel de Grote
    • Heersden over groot deel Europa

    In dit hoofdstuk leer je: 
    1.  hoe Karel de Grote zijn Rijk bestuurde.
    2.  hoe in de ME het christelijke geloof en de kerk veel invloed kregen op het leven van gewone mensen en op de samenleving.

    Slide 24 - Tekstslide


    Het Frankische Rijk
    751-870



    • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
    • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
    • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

    Slide 25 - Tekstslide

    Waarom is dit onderwerp belangrijk?
    In de Tijd van monniken en ridders werd in Europa het christendom de belangrijkste godsdienst. Het geloof en de kerk hadden veel invloed op hoe mensen dachten. 

    De invloed van de christelijke kerk is er nog steeds! Maar deze is wel veranderd.

    3 Je leert hoe de verdeling in Europa is ontstaan en waar onze historie vandaan komt

    Slide 26 - Tekstslide

    Weektaak:
    TL:
    H4 Monniken en ridders:
    Introductie

    Opdracht: 1 t/m 3
    WB: blz. 66
    TB: blz. 54 t/m 55

    Havo:
    H5 Monniken en ridders

    Opdracht: 1 t/m 3
    WB: blz. 90
    TB: blz. 86 t/m 87 

    Slide 27 - Tekstslide

    Vragen?

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Tekstslide