Overhoring H1 King Arthur

Overhoring H1
Oefen met de woordjes en grammatica van H1 King Arthur
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Overhoring H1
Oefen met de woordjes en grammatica van H1 King Arthur

Slide 1 - Tekstslide

Woordjes
Engels naar Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Vertaal: Speed
A
Versnelling
B
Snelheid
C
Versneld
D
Zwaard

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal: Prevent
A
Voorkomen
B
Oorzaak
C
Partijdig
D
Pesten

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: Expensive
A
Goedkoop
B
Luxe
C
Opdracht
D
Duur

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal: Waste
A
Verspillen
B
Afval
C
Weggooien
D
Doorgeven

Slide 6 - Quizvraag

Woordjes
Nederlands naar Engels

Slide 7 - Tekstslide

Vertaal: Nieuwsgierig
A
Caring
B
Nameless
C
Curious
D
Incredible

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: Aanvragen
A
Apply for
B
Register
C
Amicable
D
Although

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: Gelijk
A
Similar
B
Honest
C
Almost
D
Equal

Slide 10 - Quizvraag

Woordjes
Schrijf de correcte Engels of Nederlandse vertaling op

Slide 11 - Tekstslide

Vertaal naar het Engels: Koninkrijk

Slide 12 - Open vraag

Vertaal naar het Engels: Eerlijk

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands: Brave

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands: Generous

Slide 15 - Open vraag

Grammar
Kies de juiste vorm van de Present simple (SHIT regel)

Slide 16 - Tekstslide

My friends and I ____________ (love) to hear the story about King Arthur.
A
Love's
B
Love
C
Loves
D
are loving

Slide 17 - Quizvraag

____________ he ____________ (read) books?
A
Do, Read
B
Does, Read
C
Do, read
D
Does, Reads

Slide 18 - Quizvraag

Mark _______________ (travel) to Great Britain every year
A
is Travelling
B
Travel
C
Travels
D
Travel's

Slide 19 - Quizvraag

Grace and Charlie ____________ (not, like) to eat at their grandparents
A
Don't like
B
Doesn't like
C
Don't likes
D
like doesn't

Slide 20 - Quizvraag

The horse ________ (run) through the fields
A
Run
B
Runs
C
Is running
D
Doesn't run

Slide 21 - Quizvraag

Vul in: Erik and I ____________ (walk) to school every morning

Slide 22 - Open vraag

Vul in: I ____________ (not, work) at the supermarket anymore

Slide 23 - Open vraag

Grammar 
Kies de juiste vorm van de Past simpe (WW+ed of Onregelmatig)

Slide 24 - Tekstslide

Lancelot ________ (change) his armour many times
A
Changed
B
Changeed
C
Change
D
Did not Change

Slide 25 - Quizvraag

Last week we _________ (begin) working on our project.
A
Begin
B
Beginned
C
Began
D
Begon

Slide 26 - Quizvraag

She ___________ (try) to convince us to help her
A
Tryed
B
Try
C
Triet
D
Tried

Slide 27 - Quizvraag

Can you believe what she ________ (tell)
us yesterday?
A
Tall
B
Told
C
Telled
D
Tells

Slide 28 - Quizvraag

Philip and Elizabeth ___________ (play) a game of chess last week.
A
Plaid
B
Plays
C
Played
D
Play

Slide 29 - Quizvraag

Vul in: Last night I ______ (fall) down the stairs.

Slide 30 - Open vraag

Vul in: She _________ (open) the gate for us on Monday.

Slide 31 - Open vraag

Vul in: The teacher _________ (know) that something was wrong.

Slide 32 - Open vraag

Geef voorbeelden van voegwoorden.

Slide 33 - Woordweb

Good luck with learning

Slide 34 - Tekstslide