Wk 2 Les 1 Betrouwbare netwerken

DTC P2 - Wk 2 Les 1 Betrouwbare netwerken
CCNA 1.6 Betrouwbare netwerken.
Ben je wel eens bezig geweest met online werken en ging het internet 'down'? Zoals je inmiddels weet is het internet niet uitgevallen, maar ben je gewoon je verbinding ermee kwijtgeraakt. Dat is erg frustrerend. Met zo veel mensen in de wereld die op netwerktoe­gang vertrouwen om te werken en te leren, is het absoluut noodzakelijk dat netwerken betrouwbaar zijn. In deze context betekent betrouwbaarheid meer dan alleen je internet­ verbinding. Dit onderwerp richt zich op vier aspecten van netwerkbetrouwbaarheid.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

DTC P2 - Wk 2 Les 1 Betrouwbare netwerken
CCNA 1.6 Betrouwbare netwerken.
Ben je wel eens bezig geweest met online werken en ging het internet 'down'? Zoals je inmiddels weet is het internet niet uitgevallen, maar ben je gewoon je verbinding ermee kwijtgeraakt. Dat is erg frustrerend. Met zo veel mensen in de wereld die op netwerktoe­gang vertrouwen om te werken en te leren, is het absoluut noodzakelijk dat netwerken betrouwbaar zijn. In deze context betekent betrouwbaarheid meer dan alleen je internet­ verbinding. Dit onderwerp richt zich op vier aspecten van netwerkbetrouwbaarheid.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kent de vier basiskenmerken van netwerkbetrouwbaarheid.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Internetverbindingen
Geconvergeerde netwerken

Slide 3 - Tekstslide

Welke verbindingsopties ken je?

Slide 4 - Woordweb

Verbindingsopties
  • Kabel
  • DSL
  • Mobiel
  • Satelliet
  • Telefoon (inbelverbinding)
  • Dedicated huurlijn
  • Ethernet-WAN
  • Zakelijk DSL

Slide 5 - Tekstslide

Waar of niet waar ?
Traditionele netwerken zijn in staat om data, spraak en video over dezelfde netwerkinfrastructuur tussen de verschillende apparaten af te leveren, geconvergeerde netwerken kunnen dit niet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

1.6.1 Netwerkarchitectuur
De rol van het netwerk is veranderd van alleen een datanetwerk naar een systeem dat verbindingen tussen mensen, apparaten en informatie mogelijk maakt in een mediarijke, geconvergeerde netwerkomgeving. Om netwerken efficiënt te laten werken en in dit soort omgevingen te laten groeien, moet het netwerk volgens een standaard netwerkarchitec­tuur opgebouwd worden.

Netwerken ondersteunen ook een brede reeks aan toepassingen en services. Ze moeten kunnen werken met veel verschillende soorten kabels en apparaten, die de fysieke infra­ structuur vormen. De term netwerkarchitectuur verwijst in deze context naar de techno­logieën die de infrastructuur ondersteunen en de geprogrammeerde services en regels of protocollen die de data over het netwerk verplaatsen

Slide 7 - Tekstslide

1.6.1 Netwerkarchitectuur
Naarmate netwerken evolueren, zijn er vier basiskenmerken waaraan de netwerkarchitec­tuur moet voldoen om aan de verwachtingen van de gebruikers te voldoen:
► Fouttolerantie
► Uitbreidbaarheid
► Quality of Service (QoS)
► Netwerkbeveiliging

Slide 8 - Tekstslide

1.6.2 Fouttolerantie
Een fouttolerant (fault tolerant) netwerk is een netwerk dat het aantal getroffen appara­ten tijdens een storing beperkt. Het is gebouwd om snel herstel mogelijk te maken wan­neer een storing optreedt. Deze netwerken zijn afhankelijk van meerdere paden tussen de source en de destination van een bericht. Als een link op het pad uitvalt, worden de be­richten via een andere link verzonden. 
Het hebben van meerdere paden naar een bepaalde bestemming wordt redundantie genoemd

Slide 9 - Tekstslide

1.6.2 Fouttolerantie
Het implementeren van een packet-switched netwerk is een manier waarop betrouwbare netwerken redundantie bieden. Packet-switching splitst het dataverkeer op in zogenaamde packets die via een gedeeld netwerk gerouteerd worden. Een enkel bericht, zoals een e-mail of een videostream, wordt opgedeeld in meerdere berichtblokken, packets genaamd. Elk packet heeft de benodigde adresinformatie van de source en de destination van het be­richt. De routers binnen het netwerk sturen de packets door op basis van de toestand van het netwerk op dat moment. Dit betekent dat de packets van een enkel bericht zeer ver­schillende paden naar dezelfde bestemming kunnen nemen.
 In de volgende slide is de gebruiker zich er niet van bewust en wordt hij er niet door beïnvloed als de router de route dyna­misch wijzigt wanneer er een link uitvalt.

Slide 10 - Tekstslide

1.6.2 Fouttolerantie
 wijzigt wanneer er een link uitvalt.

Slide 11 - Tekstslide

1.6.3 Schaalbaarheid
Een schaalbaar netwerk is gemakkelijk uit te breiden om nieuwe gebruikers en applicaties te ondersteunen. Het gebeurt zonder de prestaties van de services voor de bestaande ge­bruikers te verminderen. De volgende slide laat zien hoe een nieuw netwerksegment eenvoudig aan het bestaande netwerk toegevoegd wordt. Deze netwerken zijn schaalbaar omdat de ontwerpers geaccepteerde normen en protocollen hebben gebruikt. Hierdoor kunnen soft­ware- en hardware-leveranciers zich concentreren op het verbeteren van hun producten en services zonder een nieuwe set regels voor het werken binnen een netwerk te hoeven ontwerpen.

Slide 12 - Tekstslide

1.6.3 Schaalbaarheid

Slide 13 - Tekstslide

1.6.4 Quality of Service
Er bestaat tegenwoordig een groeiende behoefte aan Quality of Service (QoS) in netwerken. Nieuwe applicaties die via netwerken voor gebruikers beschikbaar zijn, zoals spraak­ en live videotransmissies, scheppen hoge verwachtingen met betrekking tot de kwaliteit van de geleverde services. Heb je wel eens geprobeerd een video te bekijken met continue onderbrekingen en pauzes? Naarmate data, spraak en video-content in hetzelfde netwerk blijven toenemen, wordt QoS een belangrijk mechanisme voor het beheren van congestie (verstopping) en het garanderen van een betrouwbare levering van de content aan alle gebruikers.

Slide 14 - Tekstslide

1.6.4 Quality of Service
Congestie treedt op wanneer de vraag naar bandbreedte de beschikbare bandbreedte overschrijdt. Netwerkbandbreedte wordt gemeten in het aantal bits dat in één seconde


verzonden kan worden: bits per seconde (b/s). Wanneer door gelijktijdige communicatie de beschikbare netwerkbandbreedte overschreden wordt, ontstaat netwerkcongestie.
Wanneer het volume van het dataverkeer groter is dan wat via het netwerk getransporteerd kan worden, houden apparaten de packets in het geheugen totdat er resources be­schikbaar zijn om ze te verzenden. In de volgende slide vraagt een gebruiker om een webpagina en een andere gebruiker voert een telefoongesprek. Hierbij wordt prioriteit (voorrang) ge­geven aan de spraakcommunicatie als het netwerk congestie ondervindt.

Slide 15 - Tekstslide

1.6.4 Quality of Service

Slide 16 - Tekstslide

1.6.5 Netwerkbeveiliging
De netwerkinfrastructuur, services en de data op de apparaten die op het netwerk aange­ sloten zijn, zijn belangrijke persoonlijke en zakelijke activa. Netwerkbeheerders moeten twee soorten netwerkproblemen aanpakken: beveiliging van de netwerkinfrastructuur en informatiebeveiliging.

Het beveiligen van de netwerkinfrastructuur omvat de fysieke beveiliging van apparaten die de netwerkconnectiviteit bieden en het voorkomen van ongeautoriseerde toegang tot de beheersoftware die zich op de apparatuur bevindt

Slide 17 - Tekstslide

1.6.5 Netwerkbeveiliging

Slide 18 - Tekstslide

1.6.5 Netwerkbeveiliging
Netwerkbeheerders moeten ook de informatie beschermen die zich in de packets bevinden die via het netwerk verzonden worden en de informatie die op apparaten is opgeslagen die op het netwerk aangesloten zijn. Om de doelen voor netwerkbeveiliging te bereiken, zijn er drie belangrijke eisen:
► Vertrouwelijkheid- Datavertrouwelijkheid (confidentialiteit) betekent dat alleen de be­ doelde en geautoriseerde ontvangers toegang tot de data hebben en de data kunnen lezen.
► Integriteit- Data-integriteit verzekert de gebruikers dat de informatie tijdens de verzen­ ding, van source naar destination, niet gewijzigd is.
► Beschikbaarheid- Beschikbaarheid (availability) verzekert de gebruikers van tijdige en be­ trouwbare toegang tot dataservices voor geautoriseerde gebruikers.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Staat ook in Canvas......
Lees CCNA 1.6 en maak de vragen bij 1.6.6. upload je antwoorden naar Canvas.

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn de 4 basiskenmerken waaraan een netwerkarchitectuur moet voldoen ?

Slide 21 - Woordweb

4 basiskenmerken waaraan een netwerkarchitectuur moet voldoen 
► Fouttolerantie
► Uitbreidbaarheid
► Quality of Service (QoS)
► Netwerkbeveiliging

Slide 22 - Tekstslide

Volgende les.....
1.7 Netwerktrends

Slide 23 - Tekstslide