Verkiezingen 2023


22 november
Verkiezingen 2023
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerISK

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


22 november
Verkiezingen 2023

Slide 1 - Tekstslide

Nederland is een .....?
A
Democratie
B
Republiek
C
Dictatuur
D
Land zonder leiding

Slide 2 - Quizvraag

Wie is de baas van Nederland?
A
De koning
B
De tweede kamer
C
De minister-president
D
De eerste kamer

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een wet?
A
Een plan
B
Een liedje
C
Een feestdag
D
Een regel voor iedereen

Slide 4 - Quizvraag

Wie bedenkt een nieuwe wet?
A
De koning
B
De tweede kamer
C
De ministers
D
De eerste kamer

Slide 5 - Quizvraag

Wie stemt over een nieuwe wet?
A
De koning
B
De ministers
C
De tweede kamer
D
De eerste kamer

Slide 6 - Quizvraag

Wie kiest de tweede kamer?
A
De koning
B
De minister-president
C
ik
D
Alle Nederlanders

Slide 7 - Quizvraag

Hoe oud moet je zijn om te stemmen?
A
18 jaar
B
16 jaar
C
21 jaar
D
60 jaar

Slide 8 - Quizvraag

Politieke partijen

Slide 9 - Tekstslide

Op wie stem ik?

Slide 10 - Tekstslide

Op 22 november 2023 zijn er verkiezingen voor....
A
De gemeenteraad
B
De provinciale staten
C
Het Europees parlement
D
De tweede kamer

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat gebeurt er met jouw stem?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Wat moet je meenemen als je gaat stemmen?
A
Een pen
B
Een paspoort en een stempas
C
Een paspoort
D
Een stempas

Slide 16 - Quizvraag

Welke partijen doen mee met de verkiezingen?

Slide 17 - Woordweb

De winnaar mag:
A
een formateur aanwijzen
B
koning worden
C
een feest geven
D
op tv

Slide 18 - Quizvraag

De formateur :
A
vormt een kabinet
B
maakt nieuwe wetten

Slide 19 - Quizvraag


22 november
Verkiezingen 2023

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Verkiezingen 2023
22 november

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Bespreken toets
Geef aan of de onderstaande eigenschappen aangeboren, aangeleerd of deels aangeboren deels aangeleerd zijn.

Je kunt heel goed turnen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide