3TL 5.1 les 2 Prikkels en signalen

Gedrag hoofdstuk 5 
  • 5.1 Prikkels en signalen les 2
  • 5.2 Sociaal gedrag
  • 5.3 gedrag onderzoeken
  • 5.4 gedrag leren
  • 5.5 Omgaan met dieren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Gedrag hoofdstuk 5 
  • 5.1 Prikkels en signalen les 2
  • 5.2 Sociaal gedrag
  • 5.3 gedrag onderzoeken
  • 5.4 gedrag leren
  • 5.5 Omgaan met dieren

Slide 1 - Tekstslide

Is de drempelwaarde voor een geurprikkel bij een speurhond hoger of lager dan die van een mens, of even hoog? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open vraag

Begintaak




Is de drempelwaarde voor een geurprikkel bij een speurhond hoger, lager of even hoog dan die van een mens?
 Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Tekstslide

Begintaak - antwoord
Is de drempelwaarde voor een geurprikkel bij een speurhond hoger, lager of even hoog dan die van een mens? Leg uit.
 
De drempelwaarde voor geurprikkels is bij de speurhond lager dan bij mensen. Geurprikkels op grote afstand van de hond veroorzaken bij de hond wel impulsen in het reukorgaan en bij de mens niet. 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
  • Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
  • Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Sleutelprikkels
Prikkels die altijd leiden tot bepaald gedrag zijn sleutelprikkels

Respons op sleutelprikkel is aangeboren.
Respons = reactie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welke sleutelprikkel zag je in het filmpje?
A
De vorm
B
De kleur

Slide 8 - Quizvraag

Supranormale prikkel 
Organismen kunnen prikkels negeren. Deze prikkels veroorzaken dan geen gedrag. 

Sommige prikkels hebben echter een niet te negeren invloed. Een supranormale prikkel oefent altijd invloed uit op het gedrag.

Slide 9 - Tekstslide

Sleutelprikkel en supranormale prikkel
Prikkel dat leidt tot hetzelfde gedrag --> sleutelprikkel
Sleutelprikkel dat overdreven gedrag oproept --> supranormale prikkel


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Supranormale prikkel
  • Supranormale prikkel: een prikkel die een sterker respons maakt dan sleutelprikkel
  • De hele snavel rood maken

Slide 12 - Tekstslide

Sleutelprikkels en Supranormale prikkel
Sleutelprikkel:
Bij motivatie altijd hetzelfde gedrag.

Supranormale prikkel:
Nog sterkere reactie dan sleutelprikkel.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe communiceren dieren?
  • Geluiden 
  • Lichaamshouding
  • Kleuren

Let op bovenstaande aspecten wanneer je kijkt naar het volgende filmpje.

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Communicatie
Deze twee duiven reageren op elkaar.
Het mannetje probeert te sjansen, het vrouwtje gaat hierin mee. Toch wordt het uiteindelijk niets.
Er is een duidelijke communicatie

Door: geluiden, lichaamshouding en kleuren 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het vrouwtje is onopvallend, kan zich goed verstoppen tijdens het broeden.
Mannetjes vallen veel meer op, pronken met hun veren.
Communicatie door kleuren

Slide 19 - Tekstslide

Non-verbale signalen
Een signaal waarbij geen geluid wordt gemaakt, is een 
non-verbaal signaal.

Voorbeeld: 
De docent houdt haar vinger voor 
haar mond: 
Zij wil dat iedereen stil is.

Slide 20 - Tekstslide

Verbale signalen
Verbale signalen zijn signalen waarbij geluid wordt gemaakt.
Dit hoeven niet persé woorden te zijn!

Voorbeeld:
De hond gromt.
Een andere hond weet nu dat hij 
weg moet blijven.

Slide 21 - Tekstslide

Een supranormale prikkel is een prikkel die een sterkere respons veroorzaakt dan een sleutelprikkel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
  • Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
  • Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: 5.1 opdracht 19 t/m 26
Lezen 5.2 en maken opdracht 1 t/m 14

Slide 24 - Tekstslide