Woche 37 KL

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Woche 37 KL

• Wiederholung
• ich - du - er - sie
• Meine Familie
• Das alles ist Deutschland
• Hausaufgaben 

Persoonlijke voornaamwoorden

Maak oefening 15 in je boek

ik	jij	hij	zij (1)	es	wij	jullie	zij (1+)	u
ich	du	er	sie	het	wir	ihr	sie	Sie

ich

du

er

sie

es

jij

zij

ik

het

hij

Bekijk de zinnen

Wie heißt du?

Ich heiße Anna.

Das ist ihr Bruder

Wie heißt er?

Er heißt Peter. 

Sie heißt Anna und er heißt Peter.

Wie geht es?

Es geht gut.

Wir haben Deutsch.

Wo wohnt ihr?

schrijf de getallen 11 - 20 hieronder in het Duits (kijk evt nog eens in het filmpje)

der / die / das

der, die, das = de of het!

Lernliste (Seite 38)

blau > dit is een mannelijk woord (der)

rot > dit is een vrouwelijk woord (die)

grün > dit is een onzijdig woord (das)

+ > van dit woord moet je ook het meervoud leren (die)

.... Frage

1. der
2. das
3. die

.... Leute

1. die
2. das
3. der

Woorden die eindigen op een "-e" zijn meestal:

1. Die
2. Das
3. Der
4. Die (meervoud)

Als wij het lidwoord "het" gebruiken, vertaal je dat in het Duits meestal naar:

1. Die
2. Das
3. Der
4. Die (meervoud)

Mannelijke personen krijgen het lidwoord:

1. Die
2. Das
3. Der
4. Die (meervoud)

Vrouwelijke dieren krijgen het lidwoord:

1. Die
2. Das
3. Der
4. Die (meervoud)

.... Katze

.... Kuh

.... Buch

.... Pausen

.... Stier

.... Tier

.... Pferd

.... Spinne

.... Lehrerinnen

Huiswerk in je boek:

Oefening 18 B en D 

Oefening 19

Oefening 20 C (je mag op internet zoeken)

Oefening 21 (schrijf alle woorden ernaast!)

Maak foto's van je huiswerk!

maak een Quizlet 

Maak een woordenlijst om te oefenen in Quizlet. Hiervoor moet je eerst een account aanmaken. Je kunt ook de app downloaden

Voorbeeld van een lijst

Oefen je lijst twee kanten op!!

Quizlet

maak een account en maak daar een woordenlijst om te oefenen. Doe eerst de woordjes van A in een lijst https://quizlet.com/login

EXTRA