1kbb maandag 17 mei, blok 3: zoekend lezen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: 
  • Doel van de les
  • Terugblik: zoekend lezen
  • Huiswerk bespreken

  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting les 

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Weet je wat zoekend lezen is

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: 
Teksten:
1. Waaraan herken je een inleiding?
2. Wat staat er in het middenstuk?
3. Wat staat er in een slot?

Tekstdoelen:
4. Wat voor soort doel is een:

  • Recept?
  • Reclamefolder?
  • Stripverhaal?
  • Krantenartikel?



Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil...
tussen een informerende tekst en een uitleggende tekst?

  •  Een informerende tekst geeft informatie (over een bepaald onderwerp).
  • Een uitleggende tekst legt uit hoe iets in elkaar zit.(bijvoorbeeld een recept of handleiding)

Slide 5 - Tekstslide

Zoekend lezen: waar kijk je als je wilt weten wat de openingstijden zijn? Wat het onderwerp van de tentoonstelling is?

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Het huiswerk was:

Blok 3, Lezen 3.14, 3.15 afmaken, + opdrachten 3.16 theorie tot en met 43.10

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf schrijven
Taalgebruik
Teksten worden geschreven voor een bepaald publiek en daarop pas je je taalgebruik aan. 

  • Schrijf je voor je vrienden of leeftijdsgenoten? dan gebruik je informeel taalgebruik
  • Schrijf je voor volwassenen of mensen die je niet zo goed kent? dan gebruik je nettere woorden en bijvoorbeeld 'u': dit is formeel taalgebruik

Taalverzorging
In paragraaf 1 en 2 heb je geleerd dat er regels en afspraken zijn voor het schrijven van een tekst, in dit blok leer je de derde en de vierde afspraak

Slide 8 - Tekstslide

Formeel of informeel?

Je schrijft een email aan:
- je klasgenoot
- je docent
- je buurman
- je sportmaatje
- je nichtje

Slide 9 - Tekstslide

Nu jij
Wat
Blok 3, schrijven 3.17 (taalgebruik) opdracht 44, 45.1 en 45.2 + theorie
Hoe
Zelfstandig
Hulp nodig?
Vraag de docent
Hoe lang
15 minuten
Klaar?
Blok 3, schrijven 3.18 (taalverzorging) opdrachten theorie en 46

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiten
* Wat zijn de tekstdoelen?
* Wat is zoekend lezen?

Volgende keer: schrijfopdracht

* Huiswerk opdrachten :

Blok 3, schrijven 3.17 (taalgebruik) opdracht 44, 45.1 en 45.2 + theorie
Blok 3, schrijven 3.18 (taalverzorging) opdrachten theorie en 46


    
            


Slide 11 - Tekstslide

Voor de volgende keer!!!!
Emailopdracht, zie voorbeeld lessonup

Slide 12 - Tekstslide

De afspraken en regels
In paragraaf 1 en 2 waren dat:

1. Gebruik hoofdletters en leestekens.
    Een tekst waarin hoofdletters en leestekens staan, is makkelijker te lezen.
2. In een zin schrijf je altijd een persoonsvorm.

Daar komen nu regel 3 en 4 bij:
3. Gebruik nette woorden en wees beleefd. Volwassenen en onbekenden spreek je aan       met u. Alleen als ze zeggen dat je 'je' mag zeggen, dan schrijf je 'je' .(formeel en informeel)
4. De regels voor de e-mail:

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Regels voor een email
  • Zet in de onderwerpregel het onderwerp van je e-mail.
  • Begin de e-mail met een aanhef (Beste, Geachte, Lieve, Hoi). Achter de aanhef zet je een komma en druk je twee keer op enter.
  • Schrijf in de eerste zinnen wat het onderwerp is en waarom je de e-mail schrijft.
  • De inhoud van je e-mail verdeel je in alinea’s .
  • De e-mail eindig je met een nette slotzin. Daarna druk je twee keer op enter.
  • Links onderaan schrijf je de slotgroet (Vriendelijke groet, Groetjes, Doei). Daarachter zet je een komma en druk je op enter.
  • Zet je naam onder de e-mail.

Slide 15 - Tekstslide