Week 46: Lidwoord en zelfstandig naamwoord Les 1

Welkom!
  • Telefoon in de telefoontas.
  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Leg je werkspullen op tafel.
  • Leg je boek op tafel.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  • Telefoon in de telefoontas.
  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Leg je werkspullen op tafel.
  • Leg je boek op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Kletsen (5 minuten)
  • Lezen (10 minuten)
  • Woord van de dag (10 minuten)
  • Uitleg §3 Lidwoord en zelfstandig naamwoord (10 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag (10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel:
  • Na deze les kan je lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden (zn)
  • Woorden voor een: mens / dier / plant / ding.
  • Eigennamen (jouw naam!).
  • Hebben meestal een enkelvoud en een meervoud.
  • Kun je meestal verkleinen.
  • Kun je meestal de, het of een voor zetten.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het (zn) in de volgende zin:

"De cavia's zijn heel schattig en harig."

Slide 7 - Open vraag

Wat is het (zn) in deze zin?

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel (zn) staan er in de volgende zin?

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel (zn) staan er in de volgende zin?

"Tijdens het concert in het park raakten Kumar en Anne doorweekt door de regen, want ze waren allebei een poncho vergeten."
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 10 - Quizvraag

Lidwoorden (lw)
  • Horen altijd bij een zelfstandig naamwoord.
  • de + het = bepaalde lidwoorden (blw).
  • een = onbepaald lidwoord (olw).
  • Soms staan tussen het (lw) en het (zn) nog andere woorden.

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel lidwoorden staan er in de volgende zin?

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel lidwoorden staan er in deze zin?

"Tijdens het concert in het park raakten Kumar en Anne doorweekt door de regen, want ze waren allebei een poncho vergeten."
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quizvraag

Welk (blw) en (zn) horen bij elkaar?

"De wilde cavia woont op een open vlakte in Zuid-Amerika"

Slide 14 - Open vraag

Welke (blw) en (zn) horen bij elkaar?

Slide 15 - Tekstslide

Welk (olw) en (zn) horen bij elkaar?

"De wilde cavia woont op een open vlakte in Zuid-Amerika"

Slide 16 - Open vraag

Welke (olw) en (zn) horen bij elkaar?

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag!
  • Maak opdracht 1 t/m 7 
  • Boek: blz. 202
  • Als je een vraag hebt, steek je vinger op!
  • Ben je eerder klaar? Ga verder met je fictieopdracht!
  • Huiswerk: dinsdag 21 november 2e uur.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk! 
  • Opdracht 1 t/m 7
  • Boek: blz. 202
  • Digitaal: Cursus 5 Grammatica > § 3 WS: Lidwoord en zelfstandig naamwoord 
  • Toets: donderdag 29 september: Werkwoorden, Persoonsvorm, lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

Slide 19 - Tekstslide