Neurologie en psychiatrie



AFP DA3.2.21 
Neurologie/psychiatrie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les



AFP DA3.2.21 
Neurologie/psychiatrie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIA vs. CVA

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CVA
Cerebrovasculair Accident (CVA): 
  • Bloeding (20%), embolie en/of trombose (80%)
  • Deel van de hersenen valt uit

Kenmerkende symptomen:
  • Hemiparese: Halfzijdige verlamming
  • Afasie: Spraakstoornissen
  • Hemianopsie: Halfzijdige uitval van gezichtsveld
  • Bewustzijnsverlies, duizeligheid, geheugenproblemen etc.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek + Behandeling
Onderzoek CVA:
  • In de acute fase wordt er een CT-scan gemaakt voor onderscheid tussen bloeding en infarct

Behandeling: Tijdverlies = hersenverlies!
  • Trombolyse: Binnen 4.5 uur na infarct
  • Revalidatie: Afhankelijk van uitval
  • Medicijnen: Cholesterol- en bloeddrukverlagers, antistolling

Slide 4 - Tekstslide

Trombolyse is een behandeling met een sterk werkende stof (rt-PA of alteplase) die een stolsel in een bloedvat op kan lossen na een herseninfarct. Deze stof dienen we toe via een infuus. Patiënten met een herseninfarct kunnen deze behandeling krijgen wanneer de klachten korter dan 4,5 uur geleden zijn opgetreden.

TIA
Transient Ischaemic Attack (TIA): Voorbode van een CVA!
  • Tijdelijke aanval van zuurstoftekort in de hersenen
  • Door embolie uit het hart of vernauwing van halsslagaders
  • Verdwijnt zonder restverschijnselen

Vergelijk het maar met Angina Pectoris vs. Hartinfarct...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een CVA?
Hoe herken je een CVA?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenvliesontsteking: Meningitis
  • Meestal door virus of bacterie
  • Ernstige hoofdpijn, flinke nekstijfheid, koorts, misselijkheid, braken, puntbloedinkjes, luierpijn bij kleine kinderen, verminderd bewustzijn 
  • Complicaties: Sepsis, psychische verandering, doofheid
Hersenvliesontsteking

Slide 7 - Tekstslide

Hersenvliesontsteking door een virus is milder van vorm en gaat vaak met een week weer over. Meest kenmerkend is dan de gevoeligheid voor licht.
Migraine
Migraine: Ziekte van de hersenen
  • Aanvallen van heftige en bonzende hoofdpijn
  • Vaak aan één kant van het hoofd
  • Misselijkheid en braken
  • Overgevoelig voor prikkels (licht en geluid)
  • Soms vooraf gegaan door aura

Één aanval varieert in duur van enkele uren tot maximaal 3 dagen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken/behandeling
Oorzaak: Onbekend...

Uitlokkende factoren:
  • Hormonen
  • Slaaptekort
  • Stress of ontspanning
  • Omgevingsveranderingen
  • Voeding
  • Erfelijkheid
Behandeling: Moeilijk...

Symptoombehandeling:
  • Pijnstillers
  • Anti-emetica
  • Triptanen (zenuwstelsel)

Eventueel preventieve medicatie, zoals bètablokkers (metoprolol)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Clusterhoofdpijn
Clusterhoofdpijn: Suicidal headache
  • Aanvallen van plotselinge, extreem heftige en borende pijn
  • Vaak aan één kant, rond één oog
  • Rood oog aan de aangedane kant
  • Verstopte neus of loopneus
  • Wanhopig gevoel en bewegingsdrang

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Clusterhoofdpijn (2)
Aanvallen: 
  • Pijn is het ergst na 10 minuten, duurt30 minuten tot 3 uur
  • Aantal: 1 of meer aanvallen per 24 uur
  • Hoeveel vaak: Clusters van weken tot maanden
  • Bij wie: Vooral mannen

Behandeling: 
Inhaleren van zuivere zuurstof

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trigeminusneuralgie
Nervus Trigeminus: Zenuw die gevoel in je gezicht verzorgd
Neuralgie: Zenuwpijn

Oorzaak: Vaak essentieel (geen oorzaak)
Symptomen: Heftige, korte pijnscheuten in gezicht
Uitlokkende factoren: Scheren, praten, eten, kou etc.

Behandeling: Anti-epilepticum of operatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multipele Sclerose
Multipele Sclerose (MS): Auto-immuunziekte 
  • Immuunsysteem reageert op myeline en breekt dit af
  • Ontstaat tussen 20e en 40e levensjaar
  • Afwisseling exacerbaties (opvlamming) en remissies (herstel)


Na een exacerbatie houdt de patiënt
restverschijnselen (er blijft schade)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geneesmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Nog aanpassen voor leerjaar 23-24
Bipolaire stoornis 
Hypomanie: soms zijn de verschijnselen heel subtiel, gedurende een periode voelt een patiënt zich energiek/gelukkig
Gemengde episode: patiënten hebben in een bepaalde periode zowel manische als depressieve klachten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
Positieve en negatieve verschijnselen

Positief: er is een symptoom dat er normaal niet is (bijv. patiënt is er van overtuigd dat overal camera’s hangen)
Negatief: het geheugen van de patiënt is na een psychose bijv. afgenomen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

psychose
Iemand met wanen is overtuigd van bepaalde ideeën, terwijl die niet op waarheid berusten.
Een hallucinatie betekent dat iemand iets hoort, ziet of voelt wat er in werkelijkheid niet is

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autismespectrum stoornissen
Alle vormen van autisme samen worden autisme-spectrumstoornissen genoemd. 
Diagnose wordt vaak al als kind gesteld, contact maken is lastiger (sociale vaardigheden).
Autistische patiënten hebben vaak behoefte aan regelmaat en voorspelbaarheid. 
Kunnen extreem opgaan in specifieke hobby's of interesses

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geneesmiddelen 

Slide 20 - Tekstslide

Benzodiazepinen werken kalmerend en vlakken emoties af. Ze werken vooral bij meer chronische angst of spanning. Bij paniekaanvallen werken ze minder goed. Ook hier geldt dat na verloop van tijd gewenning op treedt en afhankelijkheid kan ontstaan.
Vervolg geneesmiddelen

Slide 21 - Tekstslide

Verschillende lithiumzouten worden gebruikt als stemmingsstabilisator, vooral bij de medische behandeling van de bipolaire stoornis

Psychostimulantia werken bij ADHD (Ritalin is bekende merknaam)