Mantelzorg een last of vanzelfsprekend?

Mantelzorg
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
Baso natuurwetenschappenBeroepsopleiding

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Mantelzorg

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Wat is mantelzorg?
A
De familie helpt ouderen in plaats van een bedrijf.
B
Kinderen die voor de ouders zorgen.
C
Langdurige zorg voor een naaste.
D
Een mantel voor een ouder persoon kopen .

Slide 3 - Quizvraag

Wat Is de beste omschrijving voor een mantelzorger?
A
Een mantelzorger wast en kleedt oudere mensen.
B
Een mantelzorger brengt mensen naar het ziekenhuis.
C
Een mantelzorger ondersteunt iemand met een beperking.
D
Een mantelzorger wandelt met oudere mensen.

Slide 4 - Quizvraag

a

Slide 5 - Tekstslide

Om de hoofdzin en de relatieve bijzin te koppelen gebruik je een relatief pronomen.


Slide 6 - Tekstslide

Om de hoofdzin en de relatieve bijzin te koppelen gebruik je een relatief pronomen
De relatief pronomina zijn:
dat  bij het woorden
die  bij de woorden

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld zin met het relatief pronomen
“dat”

Slide 8 - Open vraag

Bedenk een zin met het relatief pronomen
“die”

Slide 9 - Open vraag

waar+prepositie
*verwijst naar een ding
*prepositie vormt een combinatie met het werkwoord
De rolstoel waar ik in zit, is van opa.
De rolstoel waarin ik zit , is van opa.

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeldzin met waar+prepositie

Slide 11 - Open vraag

prepositie+wie
* verwijst naar een persoon
* hier vormt de prepositie een combinatie met het werkwoord.
De mantelzorger met wie ik een praatje maakte, was erg aardig.

Slide 12 - Tekstslide

Maak een zin met
Prepositie +wie

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video