Nederlands quiz

Nederlands quiz
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands quiz

Slide 1 - Tekstslide

Laatste les!
Vandaag de laatste les Nederlands van dit schooljaar.
We sluiten het leuk af, we gaan namelijk een quiz doen.

Je krijgt 1 punt per goed antwoord. 
Wie de meeste punten heeft, heeft gewonnen!

Slide 2 - Tekstslide

RONDE 1
In deze ronde komen er wat algemene vragen over Nederland aan bod. 
Het zijn meerkeuzevragen. 
Let op, je hebt maar 10 seconden!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Nederland
A
Boerenhol
B
Rotterdam
C
Katwijk
D
Amsterdam

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de trouwdatum van koning Willem-Alexander en koningin Maximá?
A
01-01-2001
B
02-02-2002
C
03-03-2003
D
04-04-2004

Slide 5 - Quizvraag

In welk attractiepark kun je Nederland in het klein bekijken?
A
Efteling
B
Madame Tussauds
C
Walibi
D
Madurodam

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het grootste Nederlandse Waddeneiland?
A
Texel
B
Vlieland
C
Terschelling
D
Ameland

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord:
Deze klas haalt de beste resultaten van de school.
A
Deze
B
Haalt
C
Beste
D
School

Slide 8 - Quizvraag

RONDE 5
In deze ronde gaan we de betekenis van moeilijke woorden raden. 
Het zijn meerkeuzevragen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent abominabel?
A
Verschrikkelijk
B
Overvloedig

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent hudo?
A
Japanse vechtsport
B
Wc in de buitenlucht

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent chanten?
A
Meditatief zingen
B
Bedreigen

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent gruit?
A
Kleine steentjes
B
Groente en fruit

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent mamba?
A
Dans
B
Gifslang

Slide 14 - Quizvraag

Welke brug is dit?
A
Koniginnebrug
B
Erasmusbrug

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel provincies heeft Nederland
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 16 - Quizvraag

Welke bloem wordt typisch Nederlands genoemd?
A
Roos
B
Lelie
C
Anjer
D
Tulp

Slide 17 - Quizvraag

Welk vervoersmiddel is populair in Nederland?
A
tram
B
fiets
C
auto
D
bus

Slide 18 - Quizvraag