SP_PA2_PH3_Herhaling

¡Hola!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

¡Hola!

Slide 1 - Tekstslide

- Aprender el Imperativo (Gebiedende wijs) (R, T1)
- Hacer ejercicios (Oefenen) (T1)

Objetivo (doel):
- Ik kan de gebiedende wijs gebruiken

¿Qué vamos a hacer hoy?

Slide 2 - Tekstslide

Combineer de Spaanse woorden met de juiste vertaling in het Nederlands
nadar
practicar
el entrenamiento
el jugador
al día
el equipo
zwemmen
beoefenen
de training
de speler
per dag
de team

Slide 3 - Sleepvraag

Combineer de Spaanse woorden met de juiste vertaling in het Nederlands
Los ojos
el pelo rubio
largo
corto
el pelo
las gafas
de ogen
het blonde haar
lang
kort
het haar
he bril

Slide 4 - Sleepvraag

Mannelijke vorm
Vrouwelijke vorm
alto
alta
bajo
baja
inteligente
inteligente
azul-
azul-
voor het meervoud voeg een "s" toe!
[of "es" als het woord eindigt met een medeklinker]

Los adjetivos - Bijvoeglijke voornaamwoorden

Slide 5 - Tekstslide

BN = Hoeveelheid
mucho
mucha
veel
poco
poca
weinig
demasiado
demasiada
te veel
medio
media
halve
otro
otra
andere
voor het meervoud voeg een "s" toe!

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de kleur van je ogen?
Tengo los ojos...

Slide 7 - Open vraag

Wat is de kleur van je haar?
Tengo el pelo...

Slide 8 - Open vraag

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

practica - deportes - demasiados

Slide 9 - Open vraag

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

media - mañana - una

Slide 10 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijke naamwoord in de zin?
Mi mama tiene poco trabajo.
A
Mi mama
B
poco
C
tiene
D
trabajo

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijke naamwoord in de zin?
No tengo mucha ropa
A
No
B
mucha
C
tengo
D
ropa

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
Los niños tienen demasiados juguetes.
A
Los niños
B
tienen
C
demasiados
D
juguetes

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van de Imperativo
descansar / tú
A
descansas
B
descanse
C
descanso
D
descansa

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de Imperativo
escribir / vosotros
A
escribe
B
escribid
C
escriben
D
escriba

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de Imperativo
ganar / vosotros
A
ganad
B
gana
C
gane
D
ganes

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de Imperativo
beber/ tu
A
bebes
B
bebe
C
beben
D
beban

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de Imperativo
cantar/ tú
A
cante
B
canta
C
canten
D
cantan

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de Imperativo
vivir/ tu
A
viven
B
vivan
C
viva
D
vive

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Chicos, ¿(poder)____jugar fútbol?

Slide 22 - Open vraag

Mis amigos (poder)___jugar en un equipo de fútbol.

Slide 23 - Open vraag

Esta noche yo no (poder)____ir al cine.

Slide 24 - Open vraag

Mañana nosotros (poder)___jugar un partido de baloncesto.

Slide 25 - Open vraag

Wederkerende werkwoorden
Yo
me
pongo
Tú 
te
vistes
El
se
compra
Nosotros
nos
ponemos
Vosotros
os
vestís
Ellas
se
compran

Slide 26 - Tekstslide

Kies het juiste wederkerende voornaamwoord.
Yo ... compro
A
me
B
te
C
se
D
nos

Slide 27 - Quizvraag

Kies het juiste wederkerende voornaamwoord.
Tú ... compras
A
os
B
te
C
se
D
nos

Slide 28 - Quizvraag

Kies het juiste wederkerende voornaamwoord.
Nosotros ... ponemos el uniforme
A
os
B
te
C
se
D
nos

Slide 29 - Quizvraag

Kies het juiste wederkerende voornaamwoord.
Ellos ... visten bien.
A
os
B
te
C
se
D
nos

Slide 30 - Quizvraag


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

¡Hasta la próxima!

Slide 32 - Tekstslide