Op 7 oktober 1840 werd Willem Frederik George Lodewijk van Nassau gekroond tot Willem II, koning der Nederlanden. Evenals zijn vader, Willem I, stond Willem II bekend als een uiterst eigenwijs en conservatief vorst. Hij weigerde dan ook resoluut toen de liberaal Johan Thorbecke samen met acht andere Kamerleden, de zogenaamde Negenmannen, in 1844 vroeg om een meer democratische Grondwet. “Dit voorstel nooit, al ware het schavot ernaast geplaatst”, reageerde Willem. De Eerste Kamer, die volledig door de koning was benoemd, wees het wetsvoorstel van Thorbecke af.
In 1848 braken er echter in verscheidene Europese hoofdsteden liberale opstanden uit; het zogenaamde Revolutiejaar. De revolutie begon in februari in de Franse hoofdstad Parijs, maar verspreidde zich al snel naar onder andere Duitsland, Italië en Oostenrijk. Ook in verschillende Nederlandse steden braken rellen uit, maar tot een echte opstand zou het niet komen. Volgens de overlevering was Willem II namelijk zo geschrokken van de Europese revoluties dat hij in “één nacht van zeer conservatief naar zeer liberaal” gegaan was.
Recent onderzoek wees echter uit dat er ook een grote kans bestaat dat Willem II in deze nacht overstag ging vanwege chantage door Petrus Janssen. Deze uit Duitsland afkomstige man was op het paleis van Willem II naar eigen zeggen door de koning onheus bejegend. Omdat de koning dit verhaal niet in de openbaarheid wilde hebben, homoseksualiteit was in die tijd immers een misdaad, liet hij Janssens opsluiten. Dit had echter weinig effect, want het chanteren ging door. Met deze informatie op zak zette Thorbecke de koning onder druk om de grondwet te herzien.