Les 4/12

Vandaag
Fictie
Tekstdoel, soort en vorm
Nieuwsberichten
Woorden



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsEnseignement Secondaire

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Fictie
Tekstdoel, soort en vorm
Nieuwsberichten
Woorden



Slide 1 - Tekstslide

Kies een short
https://www.youtube.com/jeugdjournaal/shorts
Wat is het doel?
Wat is de aanleiding?
Wat is het onderwerp?
Korte samenvatting

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen fictie blz. 90 t/m 92
Paragraaf 2,3 → maken opdracht 2b, c en d + 4 en 5
Perspectief:
personaal perspectief--> ik/hij/zij-vorm = personage uit het boek.
auctoriaal perspectief = wordt verteld door "de schrijver". Hij/zij-vorm



Slide 3 - Tekstslide

In de les
Subjectief = mening
objectief = feit

Slide 4 - Tekstslide

Tekst en leespubliek
Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij/zij zijn doel niet. 

Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:

Slide 5 - Tekstslide

1. Het onderwerp
Een tekst over de nieuwste schoolagenda's is voor jongeren en een tekst over uitjes met je kleinkinderen is voor ouderen.

Slide 6 - Tekstslide

2. De bron
Een tekst in Fashionasta is vooral voor meisjes en een tekst op de website van Power Unlimited is meer voor jongens. Zo zijn er ook bladen en websites voor vrouwen (LINDA), mannen (AutoWeek), tuinliefhebbers (Groei & Bloei) en ga zo maar door. Dagbladen (kranten) zijn meestal gericht op een algemeen publiek.

Slide 7 - Tekstslide

3. Het taalgebruik
Een tekst in een jongerenkrant heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst heeft vaak lange zinnen en veel moeilijke woorden.

In teksten die voor een specifiek publiek zijn bestemd, lees je meer jargon (vaktermen), zoals blancheren en julienne in recepten voor kookfanaten.

Teksten voor jongeren herken je vaak aan typische jongerenwoorden, zoals 'epic' en 'lit'; ook word je als lezer dan meestal met 'jij ' en 'jou' aangesproken.

Slide 8 - Tekstslide

4. De lay-out
Advertenties, teksten voor jongeren en populaire weekbladen voor een breed publiek (zoals Quest, Glossy) meestal grote koppen en veel kleuren en plaatjes.

Tijdschriften voor een kleiner publiek  hebben niet zoveel illustraties en zijn vaak zakelijker opgemaakt.   

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Voetbal International' geschreven?
A
Mannen en vrouwen
B
Jongens en meisjes
C
Mannen en vrouwen die interesse hebben in voetbal
D
Iedereen die voetbal interessant vindt.

Slide 11 - Quizvraag

Waaraan kun je zien dat het voor iedereen die voetbal interessant vindt, is geschreven?
A
De lay-out; kleuren, foto's
B
Het onderwerp
C
Taalgebruik
D
Alle drie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Plus' geschreven?
A
Mannen en vrouwen
B
Jongens en meisjes
C
Mannen en vrouwen boven de 50 jaar
D
Mannen en vrouwen onder de 50 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Waaraan kun je zien dat het voor mannen en vrouwen boven de 50 jaar is geschreven?
A
De lay-out; kleuren, foto's
B
Het onderwerp
C
Taalgebruik
D
Alledrie

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Quest Junior' geschreven?
A
Bejaarden
B
Kinderen
C
Apenliefhebbers
D
Kleuters

Slide 17 - Quizvraag

Tekst 1

Slide 18 - Tekstslide


Uit welk blad komt tekst 1 denk je?
Waarom denk je dat?
A
Cosmopolitan, voor liefhebbers van mode
B
7Days, voor jongeren van 12 tot 18 jaar
C
Reizen, voor echte reisliefhebbers
D
Noord Hollands dagblad, voor lezers van alle leeftijden

Slide 19 - Quizvraag

Les 4/12

Slide 20 - Tekstslide