H3.1

Rekenen met wortels

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen met wortels

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Stilte graag





Aanwezigheid check

Slide 2 - Tekstslide

Planning
H3 , heeft 4 paragrafen, 1 vwo paragraaf

Totaal 5 lessen, daarna de toets
Toets 9 november

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag


Opstart H3
Je frist op wat kwadraten zijn
Je leert wat wortels zijn en hoe je hiermee werkt.

Slide 4 - Tekstslide

Start H3, rekenen met wortels

Op de basisschool heb je geleerd hoe je moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 
Vorig jaar heb je ook geleerd wat een kwadraat is. 
De wortel hoort bij een kwadraat en daarom is het belangrijk om goed te weten wat een wortel is en hoe je hiermee kan rekenen.

Wie weet al wat een wortel is?  

Slide 5 - Tekstslide

Een kwadraat
Wie kan mij vertellen wat een kwadraat is

Slide 6 - Tekstslide

Kwadraat en een vierkant
Wat heeft dit met elkaar te maken? 

Slide 7 - Tekstslide

Kwadraat en een vierkant
Lengte x breedte = oppervlakte

Slide 8 - Tekstslide


Kwadraat
 = 
vermenigvuldiging 
van een getal met zichzelf




5 x 5 = 25
= 25
52

Slide 9 - Tekstslide


Kwadraat
 = 
vermenigvuldiging 
van een getal met zichzelf

 = 

 
               = 

  
   -         =             
Wat is het verschil? 

52
(5)2
52

Slide 10 - Tekstslide

Wortel
We gaan ontdekken wat een wortel is.

Slide 11 - Tekstslide

Rekenen
Het tegenovergestelde 
van plus is min

Het tegenovergestelde van keer is ......

Slide 12 - Tekstslide


Het tegenovergestelde 
van kwadrateren is 
.......



Slide 13 - Tekstslide

Wortel en een vierkant
Je weet wat de oppervlakte is, bereken de zijde

Slide 14 - Tekstslide

Rekenen uit je hoofd en via rekenmachine

Slide 15 - Tekstslide

Reken uit je hoofd uit!!!
























Bereken de wortel van:
9
25
49
100

Slide 16 - Tekstslide

Reken uit je hoofd uit!!!
























Bereken de wortel van:
9

Maar elke wortel heeft altijd twee antwoorden.  Denk is terug aan machten. 

De wortel van 9 = 3 & ....
32=
(3)2=

Slide 17 - Tekstslide

Reken uit je hoofd uit!!!
























Bereken de wortel. Geef twee antwoorden
16
64
81

Hoe zet je dit in een rekenmachine? 

Slide 18 - Tekstslide

Reken uit je hoofd uit!!!
























Wat zou het antwoord hiervan zijn? 
-16
-64
-81

Bereken het is met je rekenmachine.. Wat gebeurd er? Waarom is dit zo? 
Bespreek de uitkomst in je groepje. 

Slide 19 - Tekstslide

Kortom
Je kan alleen wortel trekken van een positief getal
Elke wortel heeft twee uitkomsten. Een positief en negatief getal.


49=7
49=7
49=error

Slide 20 - Tekstslide

Afronden van een wortel
Wie kan voor mij op zijn rekenmachine de wortel van 17 berekenen? 

Wat is het antwoord als je afrond op 2 decimalen?
En wat als je afrond op 1 decimaal? 

Gebruik ongeveer teken

Het exacte antwoord is het antwoord met de wortel in het antwoord. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag, VK & par 3.1
We werken IN STILTE
Iedereen pakt zijn spullen en gaat IN STILTE aan het werk
Ik loop bij iedereen langs om huiswerk te bespreken.
Er mag pas overlegd worden als ik klaar ben met mijn rondje!
Havo:   2, 3, 4, 5, 6, 7
VWO: 2, 4, 5, 7, U1, U2



timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide