Question words

words in English
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

words in English

Slide 1 - Tekstslide

Welke vraagwoorden ken je in het Engels? (er zijn er 7)
Question words

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

What are the 7 question words?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

schrijfwijze
Onthoud: de question words beginnen allemaal met wh. Op een toets moeten dus alle woorden ook met wh beginnen:
WHat / WHere / WHen / WHy / WHo / WHich

Slide 6 - Tekstslide

what/which
Listen to my explanation about the difference!
what-which

Slide 7 - Tekstslide

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een plaats?
A
when
B
what
C
who
D
where

Slide 8 - Quizvraag

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een persoon?
A
how
B
who
C
why
D
when

Slide 9 - Quizvraag

Welk vraagwoord gebruik je als je te maken hebt met een keuze?
A
what
B
which
C
when
D
how

Slide 10 - Quizvraag

Welk vraagwoord moet hier komen:
_____ is this person?

Slide 11 - Open vraag

_____ do you prefer, red or white?

Slide 12 - Open vraag

Uitleg vorige vraag
Er wordt een beperkte keuze gegeven (red or white) dus dan gebruik je which.

Slide 13 - Tekstslide

_____ do you normally eat breakfast?

Slide 14 - Open vraag

____ did you do that? You ruined the painting!

Slide 15 - Open vraag

_____ do you live?

Slide 16 - Open vraag