Past Simple (+ irregular verbs)

Past Simple 
Regular and Irregular verbs
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Past Simple 
Regular and Irregular verbs

Slide 1 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord in de zin:
Lucy .......(walk) to school yesterday
timer
0:20

Slide 2 - Open vraag

Fill in the correct form of the past simple (kort af):
Theo and Bryan ...........(walk/ not) to school yesterday.

Slide 3 - Open vraag

Fill in the correct form of the verb, use the past simple:
Mary ......... (be) at school yesterday.

Slide 4 - Open vraag

Fill in the correct form of the past simple:
......... (to be) you at the party last night?

Slide 5 - Open vraag

Is this sentence correct or not?

Did you walked to school yesterday?
A
correct
B
not correct

Slide 6 - Quizvraag

Past Simple met Irregular verbs
Sommige werkwoorden hebben een eigen Past Simple vorm. Deze moet je simpelweg leren.
Er is geen vaste regel voor.

Did you know this?  
 


Slide 7 - Tekstslide

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
swim
walk
drive
cook
give
have

Slide 8 - Sleepvraag

Zijn er dan helemaal geen regels?

JAWEL!!


Hoe vervoeg ik een onregelmatig werkwoord in de Past simple:

Gewone zin: 
de eigen Past Simple vorm

Negatieve zin:
did not + hele werkwoord

Vraagzin:
Did + hele werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ziet dit er dan uit in een zin?
Gewone zin:
My father .....went......(go) to the supermarket last Monday.

Negatieve zin:
My father .... did not go....(go/not) to the supermarket last Monday.

Vraagzin:
..Did.. my father ..go.. (go) to the supermarket last Monday?

Slide 10 - Tekstslide

Past Simple: een overzicht
Gewone zin:
-Regelmatig werkwoord= ww+ed
-Onregelmatig werkwoord= eigen vorm 

Negatieve zin: 
did not + hele werkwoord                 NB: BIJ EEN VRAAG OF EEN ONTKENNING IS
                                                                       ER DUS GEEN VERSCHIL TUSSEN REGULAR
Vraagzin:                                                    EN IRREGULAR VERBS!!
Did + hele werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Past Simple - irregular verbs:
You .... (to be) really helpful.
A
is
B
was
C
were
D
been

Slide 12 - Quizvraag

Past Simple - irregular verbs:
You .... (write) a letter to a classmate last week.
A
writed
B
wroted
C
wrote

Slide 13 - Quizvraag

Past simple (irregular verb):

I .................... a test this morning.
A
maked
B
made
C
make

Slide 14 - Quizvraag

Past Simple - irregular verbs:
Het mum .... (bring) her her lunch.
A
brought
B
bringed
C
brang

Slide 15 - Quizvraag

Vul in:
My brother ............... (see) a UFO last week.

Slide 16 - Open vraag

Vul in:
My brother ...... (not get) a book for his birthday

Slide 17 - Open vraag

Vul in:
.............. my brother ............ (go) to Italy last month?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide