3.3 Politiek en Samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

3.3 Politiek en Samenleving

Les 1

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kan je uitleggen

Wat de sociale kwestie is

Hoe die door de politiek werd aangepakt

Tijdbalk bestuur NL 1800 - 1900

Gevolgen Industriële Revolutie

Positief:

- Meer productie

- Nieuwe producten en uitvindingen

Negatief:

- Milieu

- Sociale Kwestie

"Sociale Kwestie"

Sociaal = heeft met mensen te maken

Kwestie = probleem

Sociale kwestie: Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders in de 19de eeuw

Slechte woonomstandigheden

Woonomstandigheden

Arbeiders leefden in krappe, vochtige huizen met grote gezinnen bij elkaar

Slechte werkomstandigheden

Slechte werkomstandigheden

Arbeiders werkten enorm lange dagen in onveilige fabrieken

Armoede

Armoede

Lonen waren heel laag

Er was veel werkloosheid

Als je ontslagen was had je nergens recht op

Kinderarbeid

Kinderarbeid

Omdat de lonen voor volwassenen zo laag waren moesten de kinderen ook werken om genoeg geld binnen te krijgen

Politiek

Er werden sociale wetten ingevoerd

Deze moesten ervoor zorgen dat er ondersteuning kwam voor mensen die niet voor zichzelf konden opkomen

Politiek

1874: Kinderwetje van Van Houten. Kinderarbeid in fabrieken en werkplaatsen is verboden

1901: Leerplichtwet. Ieder kind tot 12 jaar moet naar school

2.3 Politiek en samenleving

Les 2

Programma

Binnenkomen, spullen pakken en stillezen

Herhaling

Uitleg politieke stromingen

Aan de slag

Afsluiten

Sociale Kwestie

Opdracht

Er zijn vier politieke stromingen die je moet kennen; liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

• Zoek bij elke stroming een afbeelding die erbij past
• Leg uit wat het belangrijkste doel was van de stroming
• zoek bij elke stroming een persoon die belangrijk was 
• leg uit wat die persoon voor de stroming gedaan heeft
• Dit maak je in een Word document en stuur je aan het eind van de les naar mij op!

Afsluiten