Examentraining Open vragen

Examentraining
Beantwoorden open vragen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examentraining
Beantwoorden open vragen

Slide 1 - Tekstslide

Ronde 1
De klas is in twee groepen verdeeld.

Elke groep beantwoordt zelfstandig de eerste 2 vragen.


Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan

Slide 3 - Tekstslide

1. Wat is de vraagstructuur?
Instructiewerkwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleggen + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 4 - Tekstslide

2. Wat is de antwoordstructuur?
Instructiewerkwoord als zelfstandig naamwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleg + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 5 - Tekstslide

2. Wat is de antwoordstructuur?
Instructiewerkwoord als zelfstandig naamwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleg + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 6 - Tekstslide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Moet je een oorzaak/ gevolg uitleggen? Moet je een conclusie trekken uit de gegevens? Om dit te achterhalen kun je gebruik maken van de signaalwoorden uit de vraag.

Slide 7 - Tekstslide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Slide 8 - Tekstslide

4. Over welk hoofdonderwerp in de Biologie gaat deze vraag?

Bedenk bij welk hoofdonderwerp deze vraag hoor. Dit kan je op het juiste spoor zetten voor te gebruiken BINAS tabellen of begrippen in het antwoord.


Voeding en vertering

Slide 9 - Tekstslide

5. Welke gegevens uit de vraag kan ik gebruiken?

Lees de informatie uit de context gericht door om relevante gegevens te vinden die je nodig hebt voor het antwoord.
Arceer eventueel.

Slide 10 - Tekstslide

6. Welke gegevens/ kennis moet ik zelf toevoegen?

Bedenk welke kennis je nog moet toevoegen om het antwoord compleet te maken. Bedenk ook welke biologische begrippen waarschijnlijk in het antwoord moeten voorkomen. 


Enzymen, koolhydraten, eiwitten, vetten, organen


Slide 11 - Tekstslide

7. Maak de antwoordstarter
Herhaal de vraag + neem het signaalwoord dat past bij het verband in de vraag + voeg het hulpmiddel toe.


Snoekkroketten zijn lichter verteerbaar dan kippen-, rund- en varkensvleeskroketten omdat in de tabel staat dat 

Slide 12 - Tekstslide

8. Maak het antwoord compleet
Voeg informatie uit de context en eigen informatie (kennis/ BINAS) toe om het antwoord compleet te maken.


Slide 13 - Tekstslide

9. Controle
Lees de vraag nog een keer goed door en kijk nog een keer kritisch naar je antwoord. Beantwoord je de vraag? Zo niet: pas aan.


Slide 14 - Tekstslide

Ronde 2
Elke groep beantwoordt zelfstandig de volgende 3 vragen.

Schijf je naam er op en lever je antwoord in.

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken
Elke groep kijkt met behulp van het antwoordmodel de antwoorden van een leerling van de andere groep na.

Hoeveel punten zijn er behaald voor de verschillende vragen?

Is er een verschil tussen ronde 1 en ronde 2?


Slide 16 - Tekstslide