Handboek voor leraren H2 en H3

Handboek voor leraren H2 en H3
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Handboek voor leraren H2 en H3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van deze les:
Aan het einde van deze les kun je meer theorieën noemen van de hoofdstukken 2 en 3 van het handboek voor deze les.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2:
Wat weet je nog?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie redenen waarom je een lesvoorbereidingsformulier gebruikt als beginnende docent (Burden en Byrd, 2010)

Slide 5 - Open vraag

1. Les voorbereidingen dwingen beginnende leraren tot aandacht voor leerlingactiviteiten en docentactiviteiten. 
2. Lesplannen stellen een leraar in staat om meerdere lessen aan elkaar te koppelen.
3. Lesgeven zonder lesplannen en lesvoorbereidingen leidt tot leerdoelloos onderwijs.
Blz. 52
Waarom een klassiek lesvoorbereidingsformulierformulier?
Het dwingt je de leerdoelen te formuleren die je lessen doelmatig maken
Het dwingt je tot aandacht voor leerlingactiviteiten
Het bevordert een geschikte lesopbouw
Het dwingt je aandacht te besteden aan de uitgangspositie van de groep
Het is duidelijk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvan is het afhankelijk welk lesvoorbereidingsformat je gebruikt?
A
Van het type onderwijs
B
Van het VUT-model
C
Van jezelf
D
Van scenariogestuurde lessen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 lesvoorbereidingsformat:
A
Scenariogestuurde lessen
B
Puzzelend voorbereiden
C
Het VUT-model
D
Het didactisch analysemodel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scenariogestuurde les

Slide 9 - Woordweb

  • Als een filmscenario bekijken
  • Scene 1: ruimte voorbereiden en alles klaarleggen
  • Scene 2: Voorkennis ophalen en controle houden
  • Scene 3: zelfstandig werken
  • Scene 4: feedback uitwisselen
  • Scene 5: Klassikale toelichting 
  • Scene 6: Huiswerk en vragen stellen
Kun je schuiven met de verschillende lesfasen?

A
Nee, dan ben je niet meer voorspelbaar.
B
Ja, je moet nooit dezelfde lesstructuur aanbieden.
C
Ja, soms moet je anticiperen op de lessituatie.
D
Nee, dan raak je zelf in de war en verlies je overzicht.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de letters VUT voor in het VUT-model
A
Vooruitkijken, uitvoeren en terugblikken
B
Vooruitkijken, uitvragen en toevoegen
C
Vragen, uitvoeren en toetsen
D
Vragen , uitleggen en toetsen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitkijkende activiteiten

Slide 12 - Woordweb

  • Lesprogramma toelichten
  • Leerdoelen in begrijpelijke taal
  • De relevantie van de les beschrijven
  • Al besproken begrippen terugvragen
  • Al behandelde begrippen op het bord laten schrijven
  • Vragen die voortkomen uit huiswerk op laten schrijven
  • Een aan de leerstof gerelateerd probleem noemen
Uitvoerende activiteiten

Slide 13 - Woordweb

  • Uitleggen leerstof
  • ll werken opdrachten uit
  • Uitwerking laten presenteren door een ll
  • ll. gaan zelfstandig aan de slag
  • Ll. spelen competitie
  • leraar geeft ll. een zoekopdracht
Terugblikkende activiteiten

Slide 14 - Woordweb

  • Leraar herhaalt de belangrijkste activiteiten
  • ll. geven een samenvatting
  • ll. geven de goede antwoorden
  • ll. geeft huiswerk of opdrachten mee
  • leraar geeft een voorbeschouwing
  • ll vragen laten opschrijven
Door welke activiteiten wordt het leren versterkt (Dirksen 2005)
A
samenwerken, herhalen en kenmerken
B
samenwerken, sociaal leren en feedback geven
C
individueel anticiperen en verbaliseren
D
samenwerken, anticiperen en feedback geven

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Didactische analysemodel(De Corte en collega's 1981)
pag.59 
  • leerstof, leermiddelen en werkvormen met elkaar verbinden
  • Nadruk op waar leerlingen van kunnen leren
  • Didactische analysemodel van Gelder 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hoofdonderdeel van het DA-model?

A
Het stimuleert hele hoge verwachtingen
B
Het model evalueert hoe ll meedoen
C
De beginsituatie van een ll of groep is het uitgangspunt
D
Het curriculum is het uitgangspunt

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 4 hoofdonderdelen van de aangepaste versie van de DA?
A
Beginsituatie, realistische leerdoelen, leerprocessen, evaluatie op de leerdoelen uit het leerplan
B
Beginsituatie, zone van de naaste ontwikkeling, leerstofanalyse, evaluatie op doelen van de ll
C
Beginsituatie, SMART-doelen, werkvormen, evaluatie op context schoolorganisatie en werkveld
D
Beginsituatie, leerplan, uitvoering, evaluatie aan de hand van de beginsituatie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past het DA-model op het MBO
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Het DA-model past bij uitstek op het MBO omdat er veel sprake is van situaties waarin de praktijk wordt nagebootst. De context van de schoolorganisatie en met name het werkveld is hier heel zichtbaar.
(Buitenste schil van de cirkel in het DA-model op pag.59)
Waarvan is abstractievermogen afhankelijk?
A
Van de leeftijd en de achtergrond van ll
B
Van de genetische achtergrond van de ll
C
Van de docent die lesgeeft aan de ll
D
Van de intelligentie van de ll en de beschikbare tijd

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem vier manieren om de beginsituatie van de ll te bepalen
Overleg met z'n tweeën

Slide 21 - Open vraag

Observaties
toetsen
informatie van collega's
Boeken
leerlingdossiers
Wat is het nut van leerdoelen voor de leerling?

A
Het geeft richting aan wat je moet doen als docent
B
Het leerdoel moet altijd behaald worden
C
Het maakt duidelijk wat je moet weten en kunnen na een bepaalde periode
D
Je hebt het nodig omdat je anders niet gemotiveerd bent.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een leerdoel?
Dat doe je door de vragen...................te beantwoorden
A
Wat, hoe, aanwijsbare prestatie, voorwaarden
B
Wat, wanneer, hoe en waarom
C
Wie , wat , hoe , wanneer
D
weet, begrijp, kan, doe

Slide 23 - Quizvraag

vul in wat er op de stippellijn moet staan
Wat is differentiatie?
A
Dezelfde stof op dezelfde manier aan ll. aanbieden
B
Alle ll op dezelfde manier lesgeven
C
Didactische en pedagogische uitwerking van het omgaan met verschillen tussen ll
D
Het werken aan executieve functies

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten differentiatie kennen we in het onderwijs?
A
Psychosociale en preferente differentiatie
B
Externe en interne differentiatie
C
Neurologische en paternalistische differentiatie
D
Biodynamische en ecologische differentiatie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zet ik mijn werkvormen effectief in?
Hoofdstuk 3

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van hoofdstuk 3?

Werkvormen


Overleg kort met je buurman/vrouw
Dan halen we de informatie klassikaal op
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Dit is de schematische weergave van alle elementen die van belang zijn bij het verzorgen van onderwijs
Kun je de regelkring verlaten wanneer bij de evaluatie blijkt dat het beoogde leerresultaat is bereikt?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel fasen heeft een directe instructie lesmodel in de Nederlandse context
A
6
B
8
C
7
D
5

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkvorm past bij fase 1:
Aandacht richten op lesdoelen en voorkennis activeren

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk in fase 1: Aandacht richten op lesdoelen en voorkennis activeren?
A
Zichtbaar maken van denkstappen
B
Relatie leggen tussen de kern van de les en de voorkennis van de ll.
C
Samen een oefening maken
D
Controleren of de ll de stof daadwerkelijk verwerken

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt de les o.a. effectief?
A
De leerstof wordt op het juiste niveau aangeboden
B
De ll wordt individueel aanspreekbaar gemaakt
C
De ll mogen meebepalen over de inhoud van de les
D
De feedback is indirect

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de essentie van kennis?
A
Veel boeken bestuderen
B
Vragen stellen
C
Goed leren
D
Veel weten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een onderwijsgesprek en een kringgesprek?
A
Een kringgesprek heeft een van te voren vastgesteld cognitief doel
B
Een onderwijsgesprek is altijd klassikaal
C
Een onderwijsgesprek is een pedagogisch gesprek
D
Een onderwijsgesprek heeft een van te voren vastgesteld cognitief doel

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij het stellen van vragen (Brophy en Good 1986)
A
Lang wachten op een antwoord
B
Bepalen aan wie de vraag gesteld gaat worden
C
Het formuleren van een vraag
D
Gesloten vragen stellen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn goede vragen om begrip
te bevorderen?

Slide 37 - Woordweb

blz 113/114
Wat denk je dat er gebeurt als....?
Wat zou hier de oorzaak van kunnen zijn?
Wat is de overeenkomst met..?
Wat verschilt het van....?
Kun je een voorbeeld geven...?
Zijn we iets belangrijks vergeten...?
Op wat voor manieren kan dit nog meer...?
Ben je het met de spreker eens? waarom wel, waarom niet?
Kun je het belangrijkste idee eruit noemen..?
Welke details kun je toevoegen om het nog duidelijker te maken...?
Kun je deze theorie testen..?
Kun je het verschil aangeven tussen....en...?
Wat zijn valkuilen bij het
stellen van vragen?

Slide 38 - Woordweb

blz.114
Vragen stellen die ll niet kunnen beantwoorden
te snel op je doel afgaan als leraar
Er participeren te weinig ll
Noem de vijf sleutelkenmerken voor samenwerkend leren (Johnson en Johnson 1999)

Slide 39 - Open vraag

blz. 115
Positieve wederzijdse afhankelijkheid
Individuele aanspreekbaarheid (iedere ll verantwoordelijk voor zijn/haar aandeel)
Directe interactie
Aandacht voor sova tijdens de interacties
Aandacht voor groepsprocessen
Noem 3 methodieken voor leerlingen om ze doelen te laten stellen
A
SMART, FUZZY, CLEAN
B
SMART, TOPOS, HOZ
C
SMART, FUZZY, SCRUM
D
SMART, FUZZY, KEROBEI

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een energizer?
A
energiedrankje
B
oefening waarvan de ll. weer energie krijgen
C
opdracht over energiewinning in Nederland
D
Lunch met veel koolhydraten

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet nu wat er in hoofdstuk 2 en 3 staat?
Ik weet nu echt alles
Ik wist meer dan ik dacht, maar nog niet alles
Ik weet nog steeds veel te weinig
Ik weet niks meer dan voor de les

Slide 42 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies