didactiek P2, Didactische werkvormen deel 1

Didactische werkvormen 
Thema 7
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
didactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Didactische werkvormen 
Thema 7

Slide 1 - Tekstslide

Warming up
Wat weten we nog van bewegingsvormen?

Slide 2 - Tekstslide

Voor 1 deelnemer die heel goed is de snelheid van handelen vergroten.
A
Organisatorische differentiatie
B
Inhoudelijke Differentiatie

Slide 3 - Quizvraag

Watertrappelen 1x laten zien en iedereen gelijk dat laten oefenen.
A
Totaalmethode
B
Deelmethode

Slide 4 - Quizvraag

Geef voorbeeld van bewegingsvorm waar je totaalmethode toepast.

Slide 5 - Open vraag

Methodische Principes
Hoe van makkelijk naar moeilijk?

Slide 6 - Woordweb

Methodische principes
1. Van hoofdonderdelen naar gedetailleerde onderdelen
2. Van laag naar hoog vlak.
3. Met veel rust naar weinig rust ( hersteltijd).
4. Van langzaam uitvoeren naar snel uitvoeren.
5. Van weinig spelregels naar veel.

Slide 7 - Tekstslide

Welke deelnemers kunnen de uitbreidingsoefening doen?
A
De deelnemers die basis al beheersen
B
Deelnemers die Herhaling beheersen

Slide 8 - Quizvraag

2 vormen van differentiëren zijn
A
Motorisch Cognitief
B
Inhoudelijke Organisatorische
C
Deel Totaal

Slide 9 - Quizvraag

Waar moet Bewegingsvorm aan voldoen?

Slide 10 - Woordweb

Zijn eisen hieronder in bewegingsvorm in volgende video toepasbaar?
- Veilig,
- betekenisvol,
- belevingswaarde en afwisseling (psychisch curve)
- optimale intensiteit,
- differentiatie mogelijk,
- methodisch goed opgebouwd.

Slide 11 - Tekstslide

BHU model Differentieren
B = Basisoefening voor 80 % van deelnemers die dit net aankunnen
H= Herhalingsoefening , een makkelijkere oefening uit de methodiek, een stapje terug ( 10 % van deelnemers)
U= Uitbreidingsvorm, een moeilijker oefening voor deelnemers die basisoefening te makkelijk vinden.

Slide 12 - Tekstslide

Waar gebruik je BHU model voor
A
Voor methodische opbouw
B
Om te kunnen differentiëren

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Noem zo veel mogelijk activiteiten ( manieren) die een lesgever gebruikt om iets sportiefs aan te leren bij een deelnemer:

Slide 15 - Woordweb

• Informatie geven ( Elleboog moet hoog zijn bij uithaal borstcrawl)
• Opdrachten geven ( Borstcrawl 3 baantjes met hoge elleboog)
• Uitleggen ( Met hoge elleboog zwem je stabieler en dus sneller)
• Verbeteren ( probeer eens met je duim langs oksel te gaan)
• Beurten geven ( wie kan de armslag uitleggen?)
• Laten experimenteren ,uitproberen/oefenen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De didactische werkvormen bepalen hoe je de bewegingsvormen gaat aanbieden

Slide 19 - Tekstslide

Waar in het didactisch model, staan "didactische werkvormen"?
A
Tegenover de beginsituatie
B
als onderdeel van de les/training
C
Bij de evaluatie
D
Onder de doelstelling

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Op welke 3 manieren kun je didactische werkvormen indelen?
A
Organisatorisch, wijze van aanbieden, volgens beginsituatie
B
Organisatorisch, wijze van aanbieden, ruimte die de lesgever biedt
C
Opdrachtvorm, wijze van aanbieden, ruimte die de lesgever biedt

Slide 22 - Quizvraag

Didactische werkvormen

Slide 23 - Woordweb

Open didactische werkvorm
  • Veel vrijheid voor deelnemers om keuzes te maken
  • Niet veel vastgelegd
  • Docent laat groep meer vrij
  • Laten uitproberen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Gesloten didactische werkvorm 
  • Trainer heeft regie
  • Trainer bepaald
  • Vaak klassikaal. 
  • Iedereen doet vaak het zelfde
  •  Geen vrijheid voor deelnemer om zelf te kiezen
  • Veiligheid vaak belangrijk

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Met welke doelgroep kies je voor een open didactische werkvorm?

Slide 28 - Woordweb

Met welke doelgroep kies je voor een gesloten didactische werkvorm?

Slide 29 - Woordweb

Een nu?
  •  Maak de oefenvragen die middels de opdracht in teams zijn uitgedeeld -> deadline: af voor de volgende didactiek les.
  • Klaar ? :
  • Bewegingsrecreatie les Tafelspelen maken.
  • BPV opdrachten afmaken

Slide 30 - Tekstslide