grammatica (opdr 9-12-13 rvl)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Blok 4 Grammatica

Boek: blz. 171-174

lesdoelen

Aan het einde van deze les:

- kun je de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in een zin benoemen. 

Persoonlijk voornaamwoord

woorden die verwijzen naar personen, dieren of zaken. 

afkorting: pers. vnw

Het volgende schema staat in je boek:

LET OP! 

'Het' is alleen een persoonlijk voornaamwoord als het een apart zinsdeel is. Als het een deel van een zinsdeel is, dan is het een lidwoord. 

Het is opgeknapt (het = persoonlijk voornaamwoord)

Het weer is opgeknapt (het = lidwoord) 

LET OP! 

'Hun' gebruik je alleen als meewerkend voorwerp en nooit als onderwerp of lijdend voorwerp. 

Ik geef hun de eerste keuze. 

'Hen' gebruik je als lijdend voorwerp en na een voorzetsel

Ga je hen ook helpen tijdens de verhuizing? 

Heb je aan hen de weg gevraagd? 

Bezittelijk voornaamwoord

bezittelijke voornaamwoorden geven een bezit aan. 

Ze kunnen ook bijvoeglijk gebruikt worden. 

Mijn telefoon is zoek (= bezit) 

Het is mijn telefoon (=bijvoeglijk)

huiswerk:

Maak opdr 9-12-13 blz 173/174

Stel vragen als je iets niet begrijpt! 

Evaluatie

1)   Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 

2)   Tips en Tops.......

3)   Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )