6V §6.4 Economische integratie Zuid-Amerika

6.4 Economie, integratie en infrastructuur in Zuid-Amerika
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

6.4 Economie, integratie en infrastructuur in Zuid-Amerika

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische stagnatie
Snelle economische groei
Onzekere toekomst
Depressie van 1930
Dé-agrarisatie
Vanaf 1990
Centrum-periferie relatie
Onafhankelijk Z-Am aan het einde
Laagwaardige dienstensector
MNO's in Z-Am
Veel informele sector verandert niet
Regionale ongelijkheid
China als exportpartner

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Investeringen van China in Zuid-Amerikaanse landen zijn vooral gericht op het verkrijgen van:
A
Grondstoffen
B
Landbouwproducten (voedingsmiddelen)
C
Politieke invloed
D
Nieuwe afzetmarkten

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Economische ontwikkeling van Z-Am in drie fases
  1. Periode van economische stagnatie: van afhankelijkheid in de centrum-periferie relatie (koloniale periode) naar economische depressie en déagrarisatie.
  2. De periode van snelle economische groei door de opkomst van India en China en Zuid-Amerika als grondstofleverancier.
  3. De onzekere economische toekomst. De afhankelijkheid van fluctuerende inkomsten maakt de economische toekomst onzeker.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelle tertiarisering is een risico voor de Zuid-Amerikaanse economieën, omdat die sector groot en laagwaardig is.
Maar waarom is deze manier van tertiairisering een risico?
timer
1:30

Slide 6 - Open vraag

De traditionele/informele sector is groot en de inkomsten zijn direct afhankelijk van hoe goed het gaat met de formele sector. De diversiteit van een economie voorkomt dat tegenvallers in een sector ook andere sectoren negatief beïnvloeden. Dat is, als gevolg van de grote tertiairisering, hier wel het geval.
Apple is een goed voorbeeld
'Grazende ganzen was misschien een betere naam voor dit model

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afrikaanse landen worden gezien als een volgend station voor 'vliegende ganzen'/MNO's. Waarom zijn landen als Kenia, Tanzania en Oeganda in de nabije toekomst aantrekkelijke vestigingsplaatsen?
timer
2:30

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

politiek karakter; lijkt op E.U.
Politiek vergelijkbare landen: socialistisch (geweest)
Grondstoffenleveranciers met grote inheemse bevolking
Deelverzamelingen; landen zijn lid van meerdere bondgenootschappen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De landen die in CAN verenigd zijn, zijn geen lid van Mercosur.
Waarom zouden de CAN-landen dat niet willen? (antwoorden in meer dimensies mogelijk)
timer
2:00

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom leidde importsubstitutie (periode van economische stagnatie) in eerste instantie tot een toename van de armoede, terwijl het juist bedoeld was om de welvaart te vergroten?
timer
2:00
Import van eindproducten vervangen door eigen grondstoffen te verwerken

Slide 11 - Open vraag

Voor importsubstitutie moest geïnvesteerd worden in bv. dure machines die in het buitenland gekocht moesten worden.
Wat betekent exportvalorisatie?
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg het verband uit tussen de toenemende ontbossing in Zuid-Amerika en de zgn. economische integratie sinds 1990.
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doen
Par. 4: 1, 2, 3 en 4 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen bij §6.4
  • Wat zijn de belangrijkste fases in de economische ontwikkeling van Zuid-Amerika en wat zijn de kenmerken van die ontwikkeling per fase?
  • Leg uit waarom de handelsbalans van Zuid-Amerikaanse landen tot 1990 meestal (en daarna soms nog steeds) negatief is, terwijl die landen bv. wel mijnbouwproducten exporteren.
  • Waarom leidde importsubstitutie in eerste instantie tot een toename van de armoede, terwijl het juist bedoeld was om de welvaart te vergroten?
  • Wat is het verschil tussen importsubstitutie en exportvalorisatie?
  • Leg het verband uit tussen de toenemende ontbossing in Zuid-Amerika en de zgn. economische integratie sinds 1990.
  • Leg uit waarom een economische positie (en dus de welvaart) van een land geen vast gegeven is maar kan veranderen door het gedrag van buitenlandse investeerders (het zgn. vliegende ganzen-model).

Lijstje - stampen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies