6V §6.4 Economische integratie Zuid-Amerika

Leervragen §6.4
  • Wat zijn de belangrijkste fases in de economische ontwikkeling van Zuid-Amerika en wat zijn de kenmerken van die ontwikkeling per fase?
  • Leg uit waarom de handelsbalans van Zuid-Amerikaanse landen tot 1990 meestal (en daarna soms nog steeds) negatief is, terwijl die landen bv. wel mijnbouwproducten exporteren.
  • Waarom leidde importsubstitutie in eerste instantie tot een toename van de armoede, terwijl het juist bedoeld was om de welvaart te vergroten?
  • Wat is het verschil tussen importsubstitutie en exportvalorisatie?
  • Leg het verband uit tussen de toenemende ontbossing in Zuid-Amerika en de zgn. economische integratie sinds 1990.
  • Leg uit waarom een economische positie (en dus de welvaart) van een land geen vast gegeven is maar kan veranderen door het gedrag van buitenlandse investeerders (het zgn. vliegende ganzen-model).

Lijstje - stampen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leervragen §6.4
  • Wat zijn de belangrijkste fases in de economische ontwikkeling van Zuid-Amerika en wat zijn de kenmerken van die ontwikkeling per fase?
  • Leg uit waarom de handelsbalans van Zuid-Amerikaanse landen tot 1990 meestal (en daarna soms nog steeds) negatief is, terwijl die landen bv. wel mijnbouwproducten exporteren.
  • Waarom leidde importsubstitutie in eerste instantie tot een toename van de armoede, terwijl het juist bedoeld was om de welvaart te vergroten?
  • Wat is het verschil tussen importsubstitutie en exportvalorisatie?
  • Leg het verband uit tussen de toenemende ontbossing in Zuid-Amerika en de zgn. economische integratie sinds 1990.
  • Leg uit waarom een economische positie (en dus de welvaart) van een land geen vast gegeven is maar kan veranderen door het gedrag van buitenlandse investeerders (het zgn. vliegende ganzen-model).

Lijstje - stampen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tertiare sector = dienstensector.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelle tertiarisering is een risico voor de Zuid-Amerikaanse economiën, omdat die sector groot en laagwaardig is.
Maar waarom is deze manier van tertiairisering een risico?
timer
1:30

Slide 3 - Open vraag

De traditionele/informele sector is groot en de inkomsten zijn direct afhankelijk van hoe goed het gaat met de formele sector. De diversiteit van een economie voorkomt dat tegenvallers in een sector ook andere sectoren negatief beïnvloeden. Dat is, als gevolg van de grote tertiairisering, hier wel het geval.
Apple is een goed voorbeeld
'Grazende ganzen was misschien een betere naam voor dit model

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afrikaanse landen worden gezien als een volgend station voor 'vliegende ganzen'/MNO's. Waarom zijn landen als Kenia, Tanzania en Oeganda in de nabije toekomst aantrekkelijke vestigingsplaatsen?
timer
2:30

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

politiek karakter; lijkt op E.U.
Politiek vergelijkbare landen: socialistisch (geweest)
Grondstoffenleveranciers met grote inheemse bevolking
Deelverzamelingen; landen zijn lid van meerdere bondgenootschappen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De landen die in CAN verenigd zijn, zijn geen lid van Mercosur.
Waarom zouden de CAN-landen dat niet willen?
(antwoorden in meer dimensies mogelijk)
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom leidde importsubstitutie in eerste instantie tot een toename van de armoede, terwijl het juist bedoeld was om de welvaart te vergroten?
timer
2:00

Slide 8 - Open vraag

Voor importsubstitutie moest geïnvesteerd worden in bv. dure machines die in het buitenland gekocht moesten worden.
Leg het verband uit tussen de toenemende ontbossing in Zuid-Amerika en de zgn. economische integratie sinds 1990.
timer
2:00

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leervragen §6.4
  • Wat zijn de belangrijkste fases in de economische ontwikkeling van Zuid-Amerika en wat zijn de kenmerken van die ontwikkeling per fase?
  • Leg uit waarom de handelsbalans van Zuid-Amerikaanse landen tot 1990 meestal (en daarna soms nog steeds) negatief is, terwijl die landen bv. wel mijnbouwproducten exporteren.
  • Waarom leidde importsubstitutie in eerste instantie tot een toename van de armoede, terwijl het juist bedoeld was om de welvaart te vergroten?
  • Wat is het verschil tussen importsubstitutie en exportvalorisatie?
  • Leg het verband uit tussen de toenemende ontbossing in Zuid-Amerika en de zgn. economische integratie sinds 1990.
  • Leg uit waarom een economische positie (en dus de welvaart) van een land geen vast gegeven is maar kan veranderen door het gedrag van buitenlandse investeerders (het zgn. vliegende ganzen-model).

Lijstje - stampen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Investeringen van China in Zuid-Amerikaanse landen zijn vooral gericht op het verkrijgen van:
A
Grondstoffen
B
Landbouwproducten (voedingsmiddelen)
C
Politieke invloed
D
Nieuwe afzetmarkten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind je de investeringen van China in
Zuid-Amerika vergelijkbaar met het
'vliegende ganzen'-gedrag van MNO's?
timer
0:30
Ja
Nee

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies