3.4: Gezondheidszorg in Nederland

§4 Gezondheidszorg in Nederland 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§4 Gezondheidszorg in Nederland 

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  • Instructie
  • Zelfstandig werken/Verlengde instructie
  • Lesdoelen:
  • Je kunt uitleggen dat de industrialisatie leidde tot gevaren voor de volksgezondheid.
  • Je kunt maatregelen noemen die de overheid vanaf 1880 nam om de volksgezondheid te verbeteren.
  • Je kunt beschrijven hoe de gezondheidszorg sinds 1945 is veranderd.

Slide 2 - Tekstslide

Gevaarlijke ziektes
- Meeste arbeiders leefden in de 19e eeuw in de steden;
- In kleine, vochtige donkere huizen;
- Ze haalden water uit de vieze grachten en de lucht was erg vervuild. 

Slide 3 - Tekstslide

Cholera epidemieën 1830 - 1860
- Gevaarlijke besmettelijke ziekte;
- Ontstaan door vervuild water;
- Symptomen: braken, diarree, buikpijn. Veel vochtverlies;
-Echte ziekenhuizen zijn er nog niet (pas vanaf 1850)
-Daarnaast was het meeste personeel niet opgeleid

Slide 4 - Tekstslide

Hygiëne
- Eind 19e eeuw ontdekte men dat hygiëne belangrijk was voor de gezondheid; 
- Huizen werden aangesloten op het riool;
- Als je nog niet was aangesloten kwam deze kar.

Slide 5 - Tekstslide

Preventieve maatregelen
- Er moest een oplossing komen voor de slechte hygiëne
- De volgende preventieve maatregelen werden genomen (voorkomen dat er iets gebeurt)

  1. Aanleggen van riolering en waterleidingen;
  2.  Artsen en verpleegkundigen gingen hygiënischer werken;
  3. Wijkverpleegkundigen gaven voorlichting over ziektes in arbeiderswijken;
  4. Aanname Woningwet - krotwoningen werden gesloopt 
  5. Er kwam een Keuringsdienst van Waren (controle voedselkwaliteit)

Slide 6 - Tekstslide

Vóór de Woningwet...
...na de Woningwet

Slide 7 - Tekstslide

Veranderingen
- De woon- en leefomstandigheden verbeterden;
- Betere opleidingen in de gezondheidszorg:
  1.  Artsen naar de universiteit;
  2. In 1921 ook een opleiding speciaal voor verpleegkundigen;
  3. In 1926 een aanvullende opleiding voor kraamzorg;
- Verpleegkundigen moesten nu ook een diploma hebben;
- Behandeling van zieken werd professioneler, het sterftecijfer daalde.

Slide 8 - Tekstslide

Het ziekenfonds
- Niet iedereen kon medische zorg betalen;
- In 1940 begon het ziekenfonds;
- Een verplichte verzekering voor gezondheidszorg,     vooral bedoeld voor mensen met lage inkomens.

Slide 9 - Tekstslide

Na de oorlog

  • Veel mensen hadden medische zorg nodig na de oorlog;
  • Waarom?
  • Gek genoeg, had de oorlog veel positieve gevolgen voor de gezondheidszorg;
  • Nieuwe medicijnen en behandelmethodes uitgevonden;
  • Bijvoorbeeld: Penicilline;
  • Een medicijn tegen infectieziektes, zoals longontsteking. 

Slide 10 - Tekstslide

Nieuwe apparaten
  • Er werden nieuwe apparaten uitgevonden;
  • Bijvoorbeeld om hartafwijkingen op te sporen;
  • Ziekenhuizen kregen gespecialiseerde afdelingen zoals de intensive care, cardiologie en een babyafdeling met couveuses;
  • Op die afdelingen werkten gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen.

Slide 11 - Tekstslide

Gezinszorg
  • Eind jaren 50 kwam er ook gezinszorg;
  • In de jaren 60 kwam er gespecialiseerde ouderenzorg
  • Dit kon thuis of in verzorgingstehuizen;
  • Nieuwe opleidingen voor de verzorging van zieken, ouderen en gehandicapten;
  • De volksgezondheid verbeterde enorm. 

Slide 12 - Tekstslide

Steeds duurder

  • Alle verbeteringen kostten wel steeds meer geld;
  • Maatregelen om de kosten van de gezondheidszorg onder controle te krijgen;
  • Alle Nederlanders zijn verplicht verzekerd via een zorgverzekering;
  • Die verzekering vergoedt niet alles, sommige dingen moet je zelf betalen.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
  • Bedenk zelf 6 toets vragen over H3;
  • 2 meerkeuzevragen en 4 open vragen;
  • Maak ze niet te makkelijk;
  • Wissel wanneer ik het zeg je vragen uit met je buurman/buurvrouw;
  • Maak de vragen en kijk daarna samen na. 

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
-Je kunt nu maken: paragraaf 4

Slide 15 - Tekstslide