Havo 2 REMJ Le passé composé

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voltooide tijd =

Slide 2 - Tekstslide

Wat is le passé composé?
A
Voltooid verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Onvoltooid verleden tijd
D
Voltooid tegenwoordig tijd

Slide 3 - Quizvraag

Le passé composé...
A
bestaat uit twee delen
B
kan alleen met avoir gevormd worden
C
kan alleen met être gevormd worden
D
geen enkel antwoord is correct

Slide 4 - Quizvraag

Le passé composé
A
On a habité
B
On avait habité
C
On habite
D
On habitait

Slide 5 - Quizvraag

ik heb, en francais, c'est :
A
Je as
B
j'as
C
J'ai
D
je suis

Slide 6 - Quizvraag

wij hebben en français c'est:
A
nous sommes
B
nous avons
C
nous avions
D
nous ont

Slide 7 - Quizvraag

ze hebben en français c'est:
A
ils avons
B
ils sont
C
il ont
D
ils ont

Slide 8 - Quizvraag

conjuguez le verbes AVOIR au present

Slide 9 - Open vraag

comment dire"ik praat" en français:
A
je parler
B
je parle
C
je parles
D
je parlont

Slide 10 - Quizvraag

comment dire ''jullie praten'' en français:
A
Nous parlons
B
vous parler
C
vous parliez
D
vous parlez

Slide 11 - Quizvraag

Écrivez en français: hij eet, jullie praten, wij spelen, ze kijken,

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Le passé composé
De passé composé is de verleden tijd met 2 werkwoorden. Bijvoorbeeld: Ik heb gegeten.
Heb is het hulpwerkwoord en gegeten is het voltooid deelwoord.

Slide 14 - Tekstslide

Le passé composé
Basisregel werkwoorden op -er:
  • Hulpwerkwoord: vorm van avoir
  • Voltooid deelwoord: bij de werkwoorden op -er haal je de -r eraf en zet je een streepje op de erbij.

Slide 15 - Tekstslide

Le passé composé
Voorbeelden:
Manger = Eten
Ils ont mangé = Zij hebben gegeten

Parler = Praten
J'ai parlé = Ik heb gepraat

Jouer = Spelen
Nous avons joué = Wij hebben gespeeld

Slide 16 - Tekstslide

Le passé composé
Let op!
In het Frans staan alle werkwoorden bij elkaar!
In het Nederlands staat het voltooid deelwoord vaak helemaal achteraan de zin.

Il a regardé un film = Hij heeft een film gekeken

Slide 17 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Tu ... habité à Nieuwegein.
A
ai
B
as
C
a
D
ont

Slide 18 - Quizvraag

Vous ... visité la France?
A
ont
B
a
C
avons
D
avez

Slide 19 - Quizvraag

Daan et Jean ... joué au foot.
A
ont
B
a
C
avez
D
ai

Slide 20 - Quizvraag

Il ... mangé une pomme.
A
as
B
avons
C
a
D
ai

Slide 21 - Quizvraag

Vul het hww + voltooid deelwoord in.
Nous ___(avoir) ______ (regarder) un film.
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Emma _____(avoir) _____(acheter)un sac.
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Ils ont ... français. (parler)

Slide 24 - Open vraag

J'ai ... de la musique. (écouter)

Slide 25 - Open vraag

Zet de zin in de passé composé.
Je mange du chocolat.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Link

GRANDES LIGNES
  1. Livre  'Grandes Lignes'
  2. Individuellement: Partie D
  3. Vind je het moeilijk? Maak de oefeningen in de studiewijzer
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Fin: Devoirs

1. Faire Chapitre 1
- Partie A tm D
2. Apprendre 
- herhaling leerjaar 1
- voca Partie A, B, C, D

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Check-out question: Hoe zeg je "Ja, het was super!"

Slide 31 - Open vraag

Comment était le cours?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

au prochain cours!

Slide 33 - Tekstslide