Economisch Burgerschap Les 4 Werken en Ondernemen

Burgerschap

Werken en Ondernemen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap

Werken en Ondernemen

Slide 1 - Tekstslide

Programma

- Leerdoel van deze week
- Theorie over Werken en Ondernemen
- Praktijkopdrachten maken
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze week

- je hebt inzicht in jouw rol als werkende en welke bijdrage jij als werkende levert aan de Nederlandse economie. 


Zodat je als je je diploma hebt gehaald op verantwoorde manier kan deelnemen aan de samenleving en daar voor jezelf een goed leven kan opbouwen. 

Slide 3 - Tekstslide

Redenen om te werken (arbeid): 
- geld verdienen: eten, wonen op vakantie
- voldoening en zelfvertrouwen: je voelt je nuttig, ervaart waardering
- economisch doel: je draagt bij aan de maatschappij en aan het draaien van de economie
- structuur in je leven/ ritme
- sociaal contact
- je ontwikkelt jezelf 

Slide 4 - Tekstslide

Soorten werk

Betaald: in loondienst als werknemer / ondernemer

Onbetaald: vrijwilligerswerk/ stage 


Slide 5 - Tekstslide

Ondernemer  
- zelf de baas
- financieel voordeel
- vrijheid
-risico
- hard werken
- autonomie (werkgeluk)

- geen pensioen
Werknemer  
- in dienst van... 
- arbeidsovereenkomst
- loon
- zekerheid (nu en toekomst)
- verplicht instructies uit te voeren
- wel pensioen

Slide 6 - Tekstslide

Zou jij zelf een bedrijf willen beginnen?
ja
nee
misschien

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Link

Wat was de uitslag van de test? Past ondernemer zijn bij jou?
ja
nee

Slide 9 - Poll

Verschillende vormen om in te ondernemen

Slide 10 - Tekstslide

Een ondernemer: 
- moet een rechtsvorm kiezen
- moet zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel
- moet belasting betalen (BTW afdragen, Loonbelasting inhouden, inkomstenbelasting, etc.)
- is verplicht een administratie bij te houden 

Advies: maak een ondernemingsplan (dan hou je focus en houvast - ""stick to the plan")

Slide 11 - Tekstslide

Economische groei
Door waarde toevoeging: Productie:

Dat kan door het maken van producten 
of 
het leveren van diensten

Slide 12 - Tekstslide

Wat is nodig om te produceren:

- grondstof (natuur)
- kapitaal (investeren en vaste kosten)
- arbeid
- ondernemerschap

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Heb jij een bijbaan of vakantiebaan?
ja
nee

Slide 15 - Poll

Arbeidsovereenkomst
Of er een arbeidsovereenkomst is: 
- moet je de arbeid zelf uitvoeren? 
- ontvang je loon?
- moet je instructies uitvoeren? 

3x ja dan is er een arbeidsovereenkomst en heb je de rechten en plichten die daarbij horen. 

Slide 16 - Tekstslide

Als werknemer in loondienst
Recht op: 
- (minimum)loon
- vakantiegeld (8%) en vakantiedagen (minimaal 4x het aantal uren dat per week gewerkt wordt)
- gezond en veilig werken, voorlichting over de werkzaamheden, risico’s en maatregelen en bescherming tegen onveilige of ongezonde werksituaties. 
- pauze tijdens werk
- doorbetaling van loon bij ziekte (meestal 70%) 
- bescherming tegen ontslag

Slide 17 - Tekstslide

Als werknemer in loondienst
Plichten: 
- redelijke instructies opvolgen 
- taken uitvoeren
- de veiligheidsvoorschriften opvolgen
- meewerken aan "beter worden als je ziek bent" en opvolgen instructies bedrijfsarts. 

Slide 18 - Tekstslide

2 soorten arbeidsovereenkomsten
Onbepaalde tijd (vast contract): 
Eindigt door: 
- opzegging door de werknemer
- met wederzijds goedvinden (beeindigingsovereenkomst)
- opzegging door werkgever (moet het uwv toestemming vragen, die krijg hij alleen als werknemer meer dan 2 jaar ziek is, om bedrijfseconomische reden (reorganisatie), onvoldoende functioneren, slecht gedrag, illegaal in Nederland, of bij een arbeidsconflict) 
- ontslag op staande voet:  het dienstverband stopt per direct. Moet een goede en dringende reden voor zijn, bijvoorbeeld diefstal, geweld, onder invloed zijn,  frauderen, of werk weigeren zonder goede reden.
- ontbinding door de rechter (daarvoor gelden dezelfde redenen als bij opzegging via het UWV).

Slide 19 - Tekstslide

2 soorten arbeidsovereenkomsten

Bepaalde tijd (tijdelijk contract):

- je bent in dienst tot dat de termijn verstrijkt die in de arbeidsovereenkomst staat
- maximaal 2 keer verlengen binnen 3 jaar. In totaal kunt uw werkgever dus 3 tijdelijke contracten met u afspreken met een maximale duur van 3 jaar en 3 maanden. Het volgende contract is automatisch een vast contract.
- kan ook eindigen door een ontslag op staande voet
- opzeggen door werkgever of werknemer kan alleen als het is afgesproken, anders moeten beide tijd uitzitten met elkaar

Slide 20 - Tekstslide

Vergoeding bij ontslag
- heet een transitievergoeding
- vanaf 18 jaar
- ontslag is op initiatief van de werkgever 
- of als de werkgever zich misdragen heeft
- bij een vast en tijdelijk contract
- bedoeld voor scholing en helpen bij overgang naar nieuwe baan (niet verplicht hieraan te besteden)
- hoogte afhankelijk van salaris en hoe lang iemand in dienst is

Slide 21 - Tekstslide

Uitkering
Is het ontslag niet aan de werknemer te wijten: 
recht op een Werkloosheidswet uitkering

Ontslag na 2 jaar ziekte: 
recht op een WIA uitkering (en een transitievergoeding) 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De werkgever betaalt zelf de premies voor de werknemersverzekeringen (WW, WAO en WIA). 
Hij houdt deze premie dus niet in op het loon van de werknemer. 

Loonbelasting is vooruitbetaalde inkomstenbelasting. Doe zelf aan het einde van het jaar (vanaf 1 maart) aangifte en kijk of er aftrekposten zijn, dan krijg je geld terug. 

Slide 24 - Tekstslide

Zelf werken: 
Opdrachten maken over: Werken en Ondernemen


Zie Canvas (modules/ kalender) en Generation 24/7 voor de opdrachten die je moet maken. 


Slide 25 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Tot de volgende keer! Dan hebben we het over: 

De burger als consument.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide