19-03-2021 Nederlands 2bb - Woordbenoeming

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Woordbenoemen

Woordsoorten

werkwoord

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

voorzetsel

Welke 3 werkwoordsvormen zijn er?

Maak een zin met het werkwoord "kijken" (infinitief).

Dag leerlingen, hoe gaat het met jullie?

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. lidwoord
4. iets anders

Het gaat goed, dank u wel mevrouw.

1. werkwoord
2. lidwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Oke, leg het huiswerk maar op tafel.

1. (splitsbaar) werkwoord
2. lidwoord
3. voorzetsel
4. iets anders

Waarom heb je het huiswerk niet gemaakt?

1. werkwoord
2. lidwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. iets anders

Het huiswerk is dus niet gemaakt. En er is ook niet opgeruimd. Wat hebben jullie dan gedaan?

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. voorzetsel
4. iets anders

Het huiswerk is dus niet gemaakt. En er is ook niet opgeruimd. Wat hebben jullie dan gedaan?

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord
4. iets anders

Wat sta je nou te kijken? Ik kijk helemaal niet.

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord

Wat sta je nou te kijken?

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord

Mevrouw Keijzer kan best streng zijn. 

Benoem de onderstreepte woorden.

"Mevrouw Keijzer kan best streng zijn" Over wie/wat zegt streng iets? 

"Mevrouw Keijzer kan best streng zijn" Over wie/wat zegt streng iets? Benoem de onderstreepte woorden.

Fijn weekend allemaal!

Huiswerk: proeftoets maken (zie M 23 maart a.s.)