Herhaling criminaliteit (3)

CRIMINALITEIT

Herhaling voor de toets
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschapppijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

CRIMINALITEIT

Herhaling voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Wat is criminaliteit?                      (2 paragraven)
Hoofdstuk 2: Ons beeld van criminaliteit.       (2 paragraven)
Hoofdstuk 3: Oorzaken van criminaliteit.       (2 paragraven)
Hoofdstuk 4: Nederland is een rechtsstaat.  (3 paragraven)
Hoofdstuk 5: Het strafrecht.                             (2 paragraven)
Hoofdstuk 6: Van politie naar officier.           (2 paragraven)
Hoofdstuk 7: Voor de rechter.                         (2 paragraven)
Hoofdstuk 8: Straf.                                            (3 paragraven)
Hoofdstuk 9: Criminaliteitsbeleid.                (3 paragraven)
Wat moet je leren?

Slide 2 - Tekstslide

HOOFDSTUK 6

Slide 3 - Tekstslide

De politie helpt mee aan een veilige en leefbare samenleving. Dat blijkt uit deze taken; 

  1. Handhaven van de openbare orde: rust op straat, ingrijpen bij demonstraties.. 
  2. Verlenen van hulp: de weg wijzen, helpen bij een auto ongeluk, verdwaald kind..
  3. Dienstverlening: advies geven en service bieden, hoe voorkom je inbraak?
  4. Opsporen van strafbare feiten: onder leiding van OvJ op zoek naar verdachte... 
  5. Preventie: maatregelen om misdaad te voorkomen (van te voren). 
  6. Opstellen van proces-verbaal: schriftelijk verslag van het politieonderzoek. 

Taken van de politie

Slide 4 - Tekstslide

De politie wordt geholpen door de boa's: buitengewone opsporingsambtenaren.  
Om haar taken uit te voeren heeft de politie speciale bevoegdheden: handelingen die de politie in bepaalde situaties mag doen. Dit heeft vooral te maken met de opsporingstaak. 

  1. Staande houden: vragen naar persoonlijke gegevens (wel een reden).
  2. Bekeuringen geven: voor bijv. fietsen en telefoneren. 
  3. Verdachten aanhouden: meenemen naar het bureau. 
  4. Verdachten vasthouden op het bureau (vluchtgevaar/recidivisten). 
  5. Verdachten fouilleren: de kleding onderzoeken (zonder toestemming niet je tas). 
  6. Wapens dragen en geweld gebruiken: geweldsmonopolie. 

Soms mag de politie alleen iets met toestemming van de rechter-commissaris of de OvJ

Bevoegdheden van de politie

Slide 5 - Tekstslide

De Officier van Justitie is een speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf kan eisen. Alle OvJ's vormen het Openbaar Ministerie (OM). 

De OvJ is de hele tijd bij het strafproces, hierin heeft hij/zij taken: 
  • Leiden van het opsporingsonderzoek (zoeken getuigen, camerabeelden, DNA sporen).
  • De verdachte vervolgen (naar de rechter)
  • Een straf eisen (en zorgen dat deze uitgevoerd wordt). 

Aan de hand van de resultaten uit het opsporingsonderzoek besluit de Officier van Justitie wat er gebeurt met de verdachte, hier heeft hij/zij meerdere keuzes: 

  • Seponeren: afzien van verdere vervolging, geen straf. 
  • Schikken / transactie: betalen van een boete, geen rechtszaak - wel een strafblad. 
  • Strafbeschikking: verdachte wordt veroordeeld door OvJ, niet door de rechter (strafblad). 
  • Vervolgen: de verdachte moet naar de rechter (zoals bij Anne Faber).

De OvJ

Slide 6 - Tekstslide

HOOFDSTUK 7

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer iemand vervolgd wordt, krijgt hij/zij een dagvaarding toegestuurd: een oproep om voor de rechter te verschijnen. Een van de mogelijke rechtsinstanties is de rechtbank. 

Nederland is opgedeeld in 11 regio's, met elk een eigen rechtbank. Elke rechtbank heeft verschillende soorten strafrechters; 

  • Kantonrechter; lichte overtredingen of bij in beroep gaan tegen verkeersboetes.
      Te hard rijden, wildplassen ... direct mondeling uitspraak.  

  • Politierechter; overtredingen en lichte misdrijven (max. 1 jaar)
      Vernieling, winkeldiefstal ... direct mondeling uitspraak.

  • Meervoudige kamer; zwaardere of ingewikkeldere misdrijven 
      Moord, mishandeling, verkrachting ... na 14 dagen een schriftelijke uitspraak.
Rechtbanken

Slide 8 - Tekstslide


Na de rechtbank kan een verdachte of de OvJ in Hoger Beroep gaan, dit gebeurt bij het Gerechtshof. 

Hoe ziet dit eruit? 
  • Gehele zaak wordt opnieuw bekeken. 
  • Meervoudige kamer (min. 3 rechters). 
  • Schriftelijke uitspraak na 14 dagen. 

Gerechtshoven

Na Gerechtshof kan een verdachte of de OvJ in cassatie gaan bij de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan. 

Hoe ziet dit eruit? 
  • Er wordt gekeken naar de jurisprudentie; het geheel aan rechterlijke uitspraken, om te kijken of de rechtsregels goed zijn toegepast. 

Hoge Raad

Slide 9 - Tekstslide

Rechtbank
Meervoudige kamer (zware misdrijven)
Politierechter (overtredingen, lichte misdrijven)
Kantonrechter (lichte overtredingen)
Gerechtshof
Behandelt hoger beroep tegen vonnissen van de strafrechter
Hoge Raad
Beoordeelt 
vonnissen van lagere rechts banken
Dus hoe ziet het er nu precies uit? Bron 17. 

Slide 10 - Tekstslide

1 - De opening: de rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte, de verdachte krijgt nog eens zijn rechten voorgelezen (zwijgrecht). 
2 - De aanklacht: de OvJ leest de tenlastelegging voor. Het deel van de dagvaarding waarin staat waarvan het OM de verdachte beschuldigt

3 - Verhoor van getuigen en deskundigen: de rechter, OvJ en de advocaat mogen getuigen (mensen die iets hebben gezien of gehoord) en deskundigen ondervragen. Ook het slachtoffer mag gebruik maken van zijn/haar spreekrecht. 
4 - Verhoor van de verdachte: de rechter, OvJ en de advocaat mogen ondervragen.

5 - Het requisitoir: een toespraak van de OvJ waarin hij/zij de feiten op een rij zet, zijn mening geeft over het bewijs en op grond daarvan een straf eist. 
6 - Het pleidooi: de slottoespraak van de advocaat met het verzoek voor een lichtere straf of vrijspraak. 
7 - Het laatste woord: de verdachte mag nog iets zeggen. 

8 - De uitspraak / het vonnis.
Verloop van een rechtszitting (8)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

HOOFDSTUK 8

Slide 13 - Tekstslide

Met het geven van straf kan een aantal doelen bereikt worden; 

  • Wraak en vergelding: dader moet boeten - oog om oog... 
  • Genoegdoening: slachtoffer voelt zich beter. 
  • Afschrikken daders: herhaling voorkomen. 
  • Beveiligen samenleving: gevaarlijke mensen opgesloten. 
  • Handhaven rechtsorde: naleven van de wetten en regels.
  • Preventie: weten wat de gevolgen zijn. 
  • Voorkomen eigenrichting: niet voor eigen rechter spelen. 
  • Heropvoeding van dader (resocialisatie): voorbereiden op terugkeer.
Waarom straffen we?

Slide 14 - Tekstslide







En wat betekent voorwaardelijk?
Hoofdstraffen 

  • Geldboete: meestal is het vonnis een geldboete, bij kleine overtredingen staat dit vast. Betaal je de boete niet? Gevangenisstraf.  

  • Hechtenis: bij overtredingen. Max. 1 jaar in het Huis van Bewaring. 

  • Gevangenis: bij misdrijven. Variëren van 1 dag tot 30 jaar, of levenslang. 
 
  • Werkstraf: max. 240 uur onbetaald werk, doel is iets zinvols voor de samenleving. Vaak in combinatie met boete of korte gevangenisstraf. 
Bijkomende straffen

Kan zowel op zichzelf, als in combinatie met een hoofdstraf gegeven worden. Bijvoorbeeld het afnemen van een rijbewijs of het openbaar maken van het vonnis. 
Maatregelen 

Niet bedoeld als straf voor de dader, maar als bescherming voor de samenleving. Belangrijkste is terbeschikkingstelling (TBS) vaak voor ontoerekeningsvatbaren. (2 jaar, kan verlengd worden). 

Ook schadevergoedingen betalen of gestolen spullen afpakken is een maatregel. 

Slide 15 - Tekstslide

Als verdachte of veroordeelde van en misdrijf krijg je te maken met de reclassering: helpen en begeleiden om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen. 

  • Geeft advies om herhaling te voorkomen;
  • Bieden ondersteuning tijdens detentie; 
  • Houdt toezicht op uitvoeren van straffen; 
  • Bieden nazorg aan ex-gevangenen. 

Ongeveer de helft van de ex-gedetineerden pleegt binnen twee jaar weer opnieuw een strafbaar feit, dit noemen we recidive

Helpt het wel?

Slide 16 - Tekstslide

In het strafrecht hebben slachtoffers een aantal rechten; 

  • Het slachtoffer kan vragen om een schadevergoeding (geen boete!)
  • Mogen gebruik maken van spreekrecht: tijdens de rechtszaak spreken.
  • Slachtoffers hebben recht op slachtofferhulp
  • Slachtoffers hebben recht op informatie: hoe verloopt de zaak?
Rechten van het slachtoffer

Slide 17 - Tekstslide

HOOFDSTUK 9

Slide 18 - Tekstslide

De overheid speelt een belangrijke rol bij de aanpak van criminaliteit. Alle politieke partijen hebben hun eigen mening over de beste manier om criminaliteit te bestrijden.

  • Sociaal-democratische partijen (PvdA, SP): nadruk op maatschappelijke oorzaken. (preventie!!)
  • Christen-democratische partijen (CDA, CU): belang van gezin, school en organisaties (respect aanleren). 
  • Liberale partijen (VVD, PVV): eigen verantwoordelijkheid, hard straffen! (repressie!!)

Maar welk beleid (geheel aan ideeën of plannen om iets te bereiken) is het beste? Daarvoor wordt gekeken naar de effectiviteit en de wenselijkheid. 

  • Effectiviteit gaat om de vraag: werkt het beleid ook echt? (statistieken, onderzoeken). 
  • Wenselijkheid geeft aan: met welk beleid je het eens bent. (visies politieke partijen). 

 
Politieke stromingen

Slide 19 - Tekstslide

Het totale landelijke criminaliteitsbeleid bestaat uit verschillende terreinen, de belangrijkste: 

  • Opsporingsbeleid; welke vorm van criminaliteit wordt aangepakt? Wat mag de politie doen bij opsporing?
  • Vervolgingsbeleid; op welke manier worden misdadigers vervolgd? Zware delicten via snelrecht. 
  • Gevangenisbeleid; hoe regelen we de behandeling en de opvang van gevangenen? 
  • Jeugdbeleid; hoe pakken we jeugdcriminaliteit aan? Zinvolle straffen/ leerplicht /kwalificatieplicht  
  • Speciale beleidsterreinen: veelvoorkomende criminaliteit, georganiseerde misdaad, terrorismebestrijding.
Beleidsterreinen

Slide 20 - Tekstslide

Repressie is de aanpak van criminaliteit door te straffen. Dit betekent letterlijk onderdrukken. Een andere aanpak is preventie; het voorkomen van criminaliteit

Preventie vindt plaats op meerdere manieren; 
  • Preventie door de overheid: meer sociale controle, verbeteren van woonomgeving, voorlichtingen, HALT. 
  • Preventie door bedrijven en burgers: winkels hangen camera's op, scholen werken samen met wijkagent. 
  • Preventie door jezelf: eigen verantwoordelijkheid om verstandige keuzes te maken. 
Repressie en preventie

Slide 21 - Tekstslide