Mens en omgeving hoofdstuk 5

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mens en omgeving

Telefoneren en rapporteren.

Doelen:

De leerling weet het verschil in objectief en subjectieve informatie.

De leerling kan op een correcte manier een klant te woord staan en op een gepaste wijze afscheid nemen.

De leerling kan communicatie en gesprekstechnieken toepassen.

De leerling kan correcte omgangsvormen hanteren.

Keuze leerjaar 4:

Keuzeformulier klassikaal lezen.

Keuze leerjaar 4 uitleggen.

Formulier gedeeltelijk in de klas invullen.

Inleveren de volgende les zorg&welzijn. 

Taken baliemedewerker:

Telefoon aannemen.

Schriftelijke rapporteren.

Telefoneren:

Uitgaand gesprek.

Ingaand gesprek.

Verschillen tussen gesprekken.

Voorbeelden.

Zakelijk telefoongesprek:

Uitleg blz. 160.

Telefoonmemo:

Belangrijkste notities opschrijven tijdens het gesprek.

Standaardzinnen in een zakelijk telefoongesprek.

Opdracht:

Lezen blz. 160, 162 , 163 en 166.

Maken opdracht 5.02 t/m 5.06 (blz. 161 t/m 166).

Inkomend gesprek

1. Dan bel jij iemand
2. Dan word je gebeld

Uitgaand gesprek

1. Dan word je gebeld
2. Dan bel jij naar iemand

De volgorde bij een zakelijk telefoongesprek

1. begroeting - naam van het bedrijf - dan eigen naam
2. eigen naam - begroeting - naam bedrijf
3. begroeting - eigen naam - naam van het bedrijf
4. dat maakt niet uit

Voordat ik ophang bij een professioneel zakelijk telefoongesprek is het belangrijk dat...

1. Ik de boodschap herhaal
2. Vraag wat ik kan betekenen
3. De naam noteer
4. De klant begroet

Als ik een professioneel zakelijk telefoongesprek voer is het belangrijk dat ik de naam van de beller noteer

1. Waar
2. Niet waar

Een zakelijk telefoongesprek is

1. Formeel
2. Informeel

Opdracht:

Uitleg opdrachten.

Lezen blz. 160, 162 en 163.

Maken opdracht 5.02, 5.03, 5.04, 5.05 (blz. 161 t/m 165.

Praktijkopdracht 5.2:

Lezen blz. 59.

Klassikaal voicemail 2 keer luisteren.

Daarna nog 1 keer luisteren en telefoonnotitie invullen.

Schriftelijk rapporteren:

Je maakt een verslag over wat je hebt gehoord.

Schriftelijk of mondeling.

Schriftelijk rapporteren:

Voordelen: later lezen door iedereen waarvoor het belangrijk is, je moet eerst nadenken over wat je schrijft.  Nadelen: kost tijd en niet gemakkelijk om objectief te blijven.

Objectief/subjectief:

Objectief: feiten, het is zo, je kan het controleren.

Subjectief: je mening, je gevoel.

Opdracht:

Lezen blz. 167.

Maken opdracht 5.07 (blz. 168).

0

Regels email:

Onderwerp: waar gaat de mail over?

Goede aanhef: dezelfde regels als bij de brief (blz. 208).

Afsluiting: dezelfde manier als bij de brief (blz. 209).

Regels email:

Aan: de mailadres(sen) die je een mail wilt sturen.

CC: de personen die je mail wil laten lezen, maar geen reactie.

BCC: mailadres is voor anderen niet zichtbaar. 

Extra opdracht:

Lezen blz. 168 t/m 170 en blz. 175 en 176.

Maken opdracht 5.08 t/m 5.10 en 5.13, 5.15, 5.16 en 5.17 (blz. 172 t/m 178).

Oefenen: balieopdracht.

Deelopdracht 5.02:

Uitleg deelopdracht 5.02 blz. 300.

Deelopdracht in tweetallen maken.

De opdracht persoonlijk inleveren in teams.

Afronding stage z&w leerjaar 3:

Inleveren stageboekje: 

 Aziza, Yassier en Zayd.

Stage z&w leerjaar 4:

Stage na de zomervakantie.

Start: woensdag 3 september.

Eind: vrijdag 12 september.

Voorkeur: Zelfde stageadres.

Geregeld: voor donderdag 19 juni.

 

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.