Unit 1,1 - Grammar review

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vul in. Gebruik de Present Simple
My dog ____ (play) all day.
A
play
B
plays
C
playing
D
played

Slide 4 - Quizvraag

Vul in. Gebruik de Present Simple.
Andy ____ (go) to school by bus.
A
Go
B
Goed
C
Going
D
Goes

Slide 5 - Quizvraag

Vul in. Gebruik de Present Simple.
My parents ____ (eat) yoghurt for breakfast.
A
eat
B
eats
C
ate
D
eating

Slide 6 - Quizvraag

Vul in. Gebruik de Present Simple.
Jackie always _____ (watch) football on TV.
A
watch
B
watching
C
watched
D
watches

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Maak vragend. Kies het juiste antwoord:
Where do / does we go?
A
do
B
does

Slide 9 - Quizvraag

Maak vragend. Kies het juiste antwoord:
Do / Does Martina play the piano?
A
do
B
does

Slide 10 - Quizvraag

Maak vragend:
They love eating pancakes.

Slide 11 - Open vraag

Maak vragend:
She works in Brazil.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Maak ontkennend. Kies het juiste antwoord:
We doesn't / don't go to America.
A
doesn't
B
don't

Slide 14 - Quizvraag

Maak ontkennend. Kies het juiste antwoord:
She doesn't / don't know that.
A
doesn't
B
don't

Slide 15 - Quizvraag

Maak ontkennend:
It costs ten pounds.

Slide 16 - Open vraag

Maak ontkennend:
Tigers jump very high.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van 'be' in:
My parents ... (be) teachers at Sandringham High School.

Slide 19 - Open vraag

Vul de juiste vorm van 'be' in:
You always eat all the pancakes. That ... (not - be) very nice of you.

Slide 20 - Open vraag

Vul de juiste vorm van 'be' in:
... (be) he your brother?

Slide 21 - Open vraag

Vul de juiste vorm van 'be' in:
Can I have some crisps? - No I'm afraid there ... (not - be) any crisps left.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
This city ... (not - have got) a museum.

Slide 24 - Open vraag

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
My dad ... (have got) blue eyes.

Slide 25 - Open vraag

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
... you ... (have got) many bedrooms in your house?

Slide 26 - Open vraag

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
They ... (not - have got) three sisters.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

A of An:
important job
A
a
B
an

Slide 29 - Quizvraag

A of An:
cosy kitchen
A
a
B
an

Slide 30 - Quizvraag

A of An:
one-day trip to Paris
A
a
B
an

Slide 31 - Quizvraag

A of An:
FBI agent
A
a
B
an

Slide 32 - Quizvraag

A of An:
expensive trip
A
a
B
an

Slide 33 - Quizvraag

A of An:
good-looking boy
A
a
B
an

Slide 34 - Quizvraag