2.5 De Mol

Molrekenen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Molrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De molecuulmassa van CO2 is...
A
44,01 u
B
28,01 u
C
56,02 u
D
784,5601 u

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de molecuulmassa van CH4 is
A
12u
B
13u
C
16u
D
18u

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • wat het getal van Avogadro is;
  • uitleggen welke functie de eenheid mol in de scheikunde heeft en er eenvoudige berekeningen mee uitvoeren;
  • uitleggen wat de molaire massa is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even terug
  • Vorig jaar kennisgemaakt.
  • Vorige paragraaf gezien .. bij wegen moleculen krijg je enorme getallen als we het in grammen gaan doen, dus niet handig om mee te rekenen. 
  • Vorige les gehad over grootheden en eenheden.
  • Nu nieuw... aantal is ook een grootheid 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen van aantal die j al kent
  • Duo
  • Een paar
  • Kwartet
  • Dozijn 
  • Gros
  • MOL !

Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een vaste hoeveelheid.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom de mol?
  • Makkelijker bij grotere aantallen
  • Hiermee ook rekenen met cijfers achter de komma (bijv. 6,5 auto niet mogelijk, maar 6,5 dozijn wel).
  • In de scheikunde rekenen met de mol
  • Mol = heeeeeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeeeel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mol (vervolg)
  • Aantal mol is gekozen zodat:
  • massa 1 mol stof in gram = massa van 1 molecuul van een stof in u
  • Wat betekent dit nu?
  • 1 molecuul                : 18,02 u (molecuulmassa)
  • 1 mol  is dus              : 18,02 u gram

H2O
H2O

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mol (vervolg met voorbeeld)
  • Dit is heel slim gedaan, nu kun je nml heen en weer rekenen tussen mol en gram en anders om, dus tussen aantal en massa.
  • Bijv  100 gram glucose (C6H12O6). Molecuul massa weet je door dit uit te rekenen of op te zoeken in je binas. 
  • 1 mol glucose weegt 180,16 gram. Ik heb 100 gram, dus .....
  • 100/180,16 = 0,555 mol (glucose). 
  • Dit zeg nog niets over het aantal moleculen.. komen we straks op terug.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mol (nog een voorbeeld)
  • Het kan ook andersom..
  • Ik heb 0,234 mol H2O. 
  • In de binas zie ik dat 1 mol water 18,02 gram weegt. 
  • Dus 0,234 * 18,015 =  4,22 gram water 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van gram naar mol rekenen en andersom (dit moet je kunnen dromen)
Onthoud van gram naar mol gedeeld door de molaire massa(M) en van mol naar gram maal (keer) de molaire massa (M).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is nu 1 mol
  • De mol is  dus een vaste hoeveelheid.
  • 1 mol = 6,02*1023 (moleculen)  getal van Avogadro
  •           = getal van Avogadro = 6,022 *



Dus 1 mol water bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!



NA
1023

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lees blz. 60 t/m 61
Maken opdrachten 68, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 77, 78


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft de grootste massa: een mol ijzer of een mol natrium?
A
een mol ijzer
B
een mol natrium
C
allebei even zwaar
D
ik weet het niet...

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoeveel gram is 0,45 mol methaan
A
3,54
B
10,43
C
6,54
D
7,22

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoeveel mol 128 gram zuurstofmoleculen is.
A
128
B
32
C
4
D
1

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

van gram naar mol moet je:
A
delen door de molecuulmassa
B
vermenigvuldigen met de dichtheid
C
vermenigvuldigen met de molecuulmassa
D
delen door de dichtheid

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7,2 gram lood komt overeen met ........mol

A
207,2
B
0,0347
C
1492
D
weet ik niet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0,482 gram chloor is hoeveel mol?
A
0,0136
B
15,2
C
0,00680
D
34,2

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gram is 2,0 mol zuurstof? Geef je antwoord als ... gram

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mol is 5,0 gram ammoniak? ... mol

Slide 21 - Open vraag

Molecuulmassa NH3 = 14,01 + 3x1,008 = 17,034 g/mol
5,0/17,034 = 0,29 mol.

Waar in binas kan je de waarde van 
de constante van Avogadro vinden?
A
3B
B
7A
C
38A
D
99

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke grootheid heb je nodig voor:
massa → mol
A
dichtheid
B
molaire massa
C
getal van Avogadro
D
molariteit

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen behaald
  • wat het getal van Avogadro is;
  • uitleggen welke functie de eenheid mol in de scheikunde heeft en er eenvoudige berekeningen mee uitvoeren;
  • uitleggen wat de molaire massa is.
Blik op de toekomst
  • Voorbereiden gpw

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies