3 getallen (herhaling)

Herhaling H3 getallen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H3 getallen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Splits het volgende getal
8637

Slide 3 - Open vraag

Schrijf drie veelvouden op van 9

Slide 4 - Open vraag

Veelvouden, delers, even en oneven
Een even getal is deelbaar door 2 zoals, 4, 26, 100, 80. 
Een oneven getal is niet deelbaar door 2 zoals, 3, 43, 57, 91,

3 is een deler van 12, omdat er geen rest overblijft. Ook 1, 2, 4, 6, en 12 zijn delers van 12.
veelvouden van 9 zijn onder andere 9, 18, 27, 36, 45, 54. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een priemgetal?

Slide 6 - Open vraag

Welke van de volgende getallen is een priemgetal.
A
7
B
30
C
27
D
15

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Breuken
Als twee breuken dezelfde noemer hebben, dan is de breuk met de kleinste teller de kleinste breuk.         > 

Als twee breuken dezelfde teller hebben, dan is de breuk met de grootste noemer de kleinste breuk.        >


voorbeelden  
97
94
94
114
2413
3213
396
3925

Slide 9 - Tekstslide

Vereenvoudig de volgende breuk

6428

Slide 10 - Open vraag

Decimale getallen
Je kunt een breuk ook als een getal met een komma schrijven, dit noem je decimale getallen. Soms gaat dit eenvoudig.
        = 0,75 

Als dit niet direct lukt schrijf je de breuk met een noemer 10, 100 of 1000.     
                                                =     
43
20075

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de breuk
als een decimaal getal
401

Slide 12 - Open vraag

Het afronden van decimale getallen
Bij het afronden van decimale getallen gebruik je een stippenlijn. deze plaats je achter de decimaal waar je het getal op wil afronden. wanneer het getal achter de stippenlijn een 5 of hoger is, wordt het getal voor de stippenlijn één meer. wanneer het getal achter de stippenlijn een 4 of kleiner is verandert het cijfer voor de stippenlijn niet.

voorbeeld:   15,3912              afronden op 1 decimaal:
                                                        afronden op 2 decimalen:

Slide 13 - Tekstslide

Het getal 534,445 afgerond op 2 decimalen
Rond het getal 
19 290,92 af op één decimaal
534,45
534,44
534,4
19 290,9
19291,0
19 290,20

Slide 14 - Sleepvraag