Leren voor de toets H3 en H11

Leren voor de toets H3 en H11
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leren voor de toets H3 en H11

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je allemaal weten voor de toets?

Slide 2 - Tekstslide

Doel:
Aan het eind van de les weet je wat je allemaal moet kunnen voor de toets over H3 en H11

Slide 3 - Tekstslide

H3
H3.1
- Je weet hoe je een woordformule kunt maken van een grafiek

woorden y-as = startgetal + richtingsgetal x woorden x-as

Slide 4 - Tekstslide

H3
- H3.2
Je kunt het richtingsgetal berekenen van een rechte lijn.
  • zoek 2 punten op die je makkelijk kunt aflezen
  • bereken het verticale verschil
  • bereken het horizontale verschil
  • richtingsgetal = verticale verschil : horizontale verschil

Slide 5 - Tekstslide

H3
- Je kunt een verdeling maken van de y-as.

Je kijkt wat het grootste getal is onderin de tabel.
Je kijkt hoeveel hokjes de verticale as (y-as) heeft (max. 10)
Je doet vervolgens het grootste getal : aantal hokjes 
Het antwoord rond je af naar boven
Zet de getallen bij de y-as

Slide 6 - Tekstslide

H3
H3.4 Je kunt twee grafieken met elkaar vergelijken

- teken de twee grafieken in 1 assenstelsel
- beantwoord de vragen die gesteld worden

Slide 7 - Tekstslide

H3
H3.5 Controleren snijpunt van 2 grafieken
- Je kunt controleren wat het snijpunt is van de grafieken door het coördinaat van het snijpunt in te vullen in beide formules.
Heb je hetzelfde antwoord, dan klopt het coördinaat. Klopt het niet, dan moet je een ander coördinaat dat er dicht bij ligt invullen. Net zo lang dat het wel klopt.

Slide 8 - Tekstslide

H11
H11.1
Vergelijking oplossen met grafieken
Teken de grafiek en beantwoord de vragen.
Let op: het getal op de horizontale as (x-as) is het getal dat je invult in de formule.
Het getal op de verticale as (y-as) is het antwoord

Slide 9 - Tekstslide

H11
H11.2
Inklemmen
- je weet het verschil tussen een formule en een vergelijking
- je kunt uit een verhaaltje de vergelijking maken
- je kunt de vergelijking oplossen met inklemmen

Slide 10 - Tekstslide

H11
H11.3 NIET

Slide 11 - Tekstslide

H11
H11.4
- Je kunt een vergelijking oplossen met de balansmethode
- je weet wat tegengestelde bewerkingen zijn:
 + en -
x en :
Doe je alleen basis? Dan hoef je dit NIET te leren

Slide 12 - Tekstslide

H11
H11.5 uitgebreide balansmethode
- Je kunt een vergelijking oplossen met de  uitgebreide balansmethode
bijvoorbeeld: 
6v + 5 = 5v + 11

Doe je alleen basis? Dan hoef je dit NIET te leren

Slide 13 - Tekstslide