Hyperbool, understatement, eufemisme

Nederlands - havo 4 - Poëzie - stijlfiguren

understatement - hyperbool - eufemisme
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - havo 4 - Poëzie - stijlfiguren

understatement - hyperbool - eufemisme

Slide 1 - Tekstslide

Voordat we beginnen: de presentatie!
1. Het technische deel: wat weet je van zaken als rijm, strofen, beeldspraak, stijlfiguren, enjambementen enz. Dit mag gedaan worden met een pp of andere vorm van presenteren.
2. Het inhoudelijke gedeelte: daarin moet je vier vragen beantwoorden: 
-wat is je mening over het gedicht?
-wat is je gevoel bij het gedicht?
-wat is de eerste betekenislaag?
-wat is de bedoeling van de schrijver (2e laag)?

Slide 2 - Tekstslide

Inhoudelijk deel....
Wat vind je?
Wat is je gevoel?
Wat is de eerste laag?
Wat is de tweede laag?

Slide 3 - Tekstslide

Doel

HERHALING:

Ik weet wat een hyperbool, understatement en eufemisme is;

Ik kan bovenstaande stijlfiguren herkennen in een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren: eufemisme, understatement,hyperbool
- Stijlfiguren gebruik je om een gevoelswaarde aan je woorden te geven.

- Met stijlfiguren kun je overdrijven, iets afzwakken of een pijnlijke zaak wat verzachten

Slide 5 - Tekstslide

Eufemisme

Bij een eufemisme zeg je iets zo dat het minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.


Voorbeeld: Wij moeten u, als medewerker, helaas laten gaan. 


Men bedoelt: je wordt ontslagen.

Slide 6 - Tekstslide

Understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.


Voorbeeld: Zij heeft wel een paar centen.


Je bedoelt: ze is rijk.

Slide 7 - Tekstslide

Hyperbool

Als je (erg) overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Voorbeeld:  Hij barst van het geld. 


Je bedoelt: Hij is rijk. (Hij barst niet letterlijk!)


Slide 8 - Tekstslide

Even testen
Welk stijlfiguur herken je in de volgende zinnen? 
(Het stijlfiguur is met hoofdletters geschreven)

Slide 9 - Tekstslide

'BEST AARDIG gedaan', zei mevrouw Lubbers over mijn 9,7 voor Frans.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 10 - Quizvraag

Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 11 - Quizvraag

Het kost EEN PAAR CENTEN, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 12 - Quizvraag

De overheid moet de komende jaren AFSLANKEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 13 - Quizvraag

Ik heb gewacht TOT IK EEN ONS WOOG, maar ze kwam niet.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 14 - Quizvraag

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 15 - Quizvraag

'EEN LEUK KARRETJE', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 16 - Quizvraag

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 17 - Quizvraag

Zoek (op internet?) zelf een eufemisme en plaats het hier. Bedenk ook waarom het een eufemisme is.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een hyperbool en een understatement?

Slide 19 - Open vraag

En?

Slide 20 - Tekstslide