Fictie H.2-H.3-mavo2

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weten jullie hoe je een vergelijking maakt tussen een boek en een verfilming en kun je eindrijm,beginrijm,klankrijm en oogrijm herkennen.

Slide 3 - Tekstslide


Net als een boek is een speelfilm ook fictie, maar er zijn wel verschillen tussen een boek en een film. Een film vertelt het verhaal vooral met beelden en een boek met woorden. In een boek worden gedachten, gevoelens en sfeer meestal uitgebreid beschreven.

Een film roept een bepaalde sfeer op door het decor, de kostuums en de muziek. De gevoelens en gedachten van de personages in de film leid je af uit hun lichaamstaal.

Aan een close-up kun je heel goed zien hoe een personage zich voelt, omdat de camera dan inzoomt op het gezicht. Als van een boek een film wordt gemaakt, noem je dat een verfilming.


Slide 4 - Tekstslide

Boek
Film

Slide 5 - Tekstslide

In poëzie vertel je op een leuke, mooie of bijzondere manier wat je hebt gezien, wat je denkt, voelt of zomaar verzint. Hiervoor kun je verschillende soorten rijm gebruiken: •



EindrijmDe laatste woorden van een regel rijmen op elkaar. Hoe ik mijn haar ook kam, bij kaars- of neonlicht wat er ontstaat is nooit een eigentijds gezicht (Levi Weemoedt) •)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

  •  Beginrijm – Veel woorden in het gedicht beginnen met dezelfde letter. Leentje leerde Lotje lopen •
  • Klankrijm – Veel woorden in het gedicht hebben dezelfde klank. De ochtend raakt je aan in licht en nauwelijks merkbaar gapen (Lidy Peters) • 
  • OogrijmHet lijkt alsof de woorden rijmen, maar als je het gedicht hardop leest, dan klopt het rijm niet. De dames van de Bangles hoeven nooit op zangles (Ivo de Wijs)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 11 - Tekstslide