les 10: De morele ontwikkeling bij peuter en kleuter

De morele ontwikkeling bij de peuter en kleuter
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
OrthopedagogiekSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De morele ontwikkeling bij de peuter en kleuter

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstellingen
  • De leerlingen kunnen het conflict autonomie versus schaamte en twijfel uitleggen in de peuterfase volgens Erikson. 
  • De leerlingen kunnen het conflict intiatief versus schuld uitleggen in de kleuterfase volgens Erikson. 
  • De leerlingen kunnen de 4 aandachtspunten benoemen die belangrijk zijn in de morele ontwikkeling bij de peuter en de kleuter.
  • De leerlingen kunnen de morele ontwikkeling van peuters en kleuters met elkaar vergelijken.




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

In de babyperiode worden kinderen geconfronteerd met het conflict ‘vertrouwen versus
wantrouwen’. Ook in de peuter- en kleutertijd worden kinderen geconfronteerd met
belangrijke conflicten die ze moeten oplossen. In de peuterfase gaat het conflict over autonomie/zelfstandigheid tegenover schaamte/
twijfel.

2

Slide 4 - Video

afspeelsnelheid naar 0.75 zetten
Peuter: autonomie/zelfstandigheid versus schaamte/twijfel
Een peuter wil graag dingen zelf doen, maar dat lukt nog niet altijd of niet van de eerste keer. Hij wil dingen zelf wil uitproberen.

                                              Belangrijk dat hij ruimte en het vertrouwen krijgt.
 


Krijgt het kind dat niet (overbescherming, of lachen met een mislukking) dan gaat het kind aan zichzelf en zijn mogelijkheden twijfelen en zich schamen voor de mislukking.

Slide 5 - Tekstslide

 Als het kind dingen zelf wil uitproberen, is het belangrijk dat het daarvoor de ruimte en het vertrouwen krijgt. Krijgt het kind dat niet door overbescherming, of wordt er met een mislukking gelachen, dan gaat het kind aan zichzelf en zijn mogelijkheden twijfelen en zich schamen voor de mislukking. Het kind trekt zich terug.
Kleuter: initiatief versus schuld.
De kleuter gaat zelf grenzen verkennendoelen stellen en daar naar toe werken.



                     Belangrijk is dat de kleuter wordt gestimuleerd in zijn initiatief, zo krijgt vertrouwen en gaat hij meer ondernemen.


Als het kind te weinig zelfstandig dingen mag uitproberen of er weinig veiligheid of structuur is, dan kan de kleuter zich schuldig gaan voelen of faalangst ervaren.

Slide 6 - Tekstslide

 De kleuter gaat zelf doelen stellen en daar naartoe werken.
 Als het kind gestimuleerd wordt in zijn initiatief, krijgt het vertrouwen om meer
dingen te ondernemen.
 Wordt zijn zin voor initiatief onderdrukt, of wordt er te weinig veiligheid en structuur
geboden, dan kan het kind zich schuldig gaan voelen en ervaart de kleuter faalangst.
Het conflict autonomie versus schaamte bij de peuter hangt samen met de ......
A
anaal musculaire fase
B
locomorisch genitale fase
C
oraal- sensorische fase
D
latentiefase

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het conflict initiatief versus schuld bij de peuter hangt samen met de ......
A
anaal musculaire fase
B
locomorisch genitale fase
C
oraal- sensorische fase
D
latentiefase

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peuter : Anaal - musculaire fase
In dit stadium leert het kind zijn spierstelsel zodanig beheersen, dat de zindelijkheidstraining mogelijk wordt en met succes verloopt. Het kind leert niet alleen de anale spieren, maar het
gehele spierstelsel hanteren.

                                   Conflict dat daarmee verbonden is ....

Slide 9 - Tekstslide

Meer bewegen, zelfstandig op het potje, zelfbewustzijn, zelfstandigheid
Kleuter : locomotorisch - genitale fase
Dit is de tijd waarin het kind voortdurend aan het experimenteren is met eigen motorische en psychische vaardigheden, het stapt op de dingen af en probeert ze naar eigen hand te zetten. Het natuurlijk object van aandacht is, de ouder van de andere sekse.

                                      Conflict dat daarmee verbonden is ....

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:05
Leg in eigen woorden of met een voorbeeld het conflict autonomie versus schaamte en twijfel uit.

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

01:34
Leg in eigen woorden of met een voorbeeld het conflict initiatief versus schuld uit.

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oef 2 a - b p 52 
timer
2:30

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Als dit niet af is, dan dit thuis laten invullen. 
Morele ontwikkeling - gewetensontwikkeling
= ontwikkeling van het verschil tussen goed en kwaad

Belangrijk in de morele ontwikkeling 
- interactie opvoeder en kind speelt een grote rol
- voorbeeldfunctie van de opvoeder
- doen wat je vertelt (in lijn van handelen) = geloofwaardigheid
- verbinding met waarden (eerlijkheid, gelijkwaardigheid...)

Slide 17 - Tekstslide

Wat bedoelen ze hier precies mee. Wie kan daarvan een voorbeeld geven.
De morele ontwikkeling van de peuter
 - Een peuter weet stilaan wat zijn opvoeders wel of niet goed vinden. 
- Peuter denkt: ‘Zien ze het niet, dan is het ook niet fout’. 
- Peuter doet dit niet bewust, geen opzettelijk of stiekem gedrag (ontwikkeling hersenen).
 - Peuter is egocentrisch, heeft maar één doel> wil doordrijven
- Peuter leert dat ongewenst gedrag en straf samenhangen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De morele ontwikkeling van de kleuter
- Een kleuter is minder egocentrisch dan een peuter >> verdere mogelijkheden morele ontwikkeling.
- Een kleuter ontwikkelt stilaan een ‘eigen’ geweten >>  Spiegelgeweten = kopie van wat de opvoeders en andere volwassenen het kind voorhouden. 
- Een kleuter kan echter niet verklaren waarom bepaald gedrag gewenst of ongewenst is.
- Verandering in de morele ontwikkeling doordat een kleuter meer in staat is zichzelf te verplaatsen in de ander.
- In het spel wordt de eigen rol meestal wordt vertolkt door een pop, broer of zus. De
rol van een belangrijke ander wordt dan door de kleuter zelf gespeeld.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Rij 1 : casus 1 en 2
Rij 2: casus 3 -4 
Rij 3 : casus 5 - 6


Oefening 3 A - B p 47-48. Je leest de casus en je noteert op welke manier het kind goed van kwaad onderscheidt.


 

Slide 21 - Tekstslide

rij 1

Slide 22 - Tekstslide

rij 2

Slide 23 - Tekstslide

rij 3
Peuter
Kleuter
Regels die mama en papa thuis maken, gelden alleen thuis bij mama en papa. 
Ik weet welk gedrag gewenst en ongewenst is, maar ik kan nog niet verklaren waarom.
Ik begrijp nog niet dat ik rekening moet houden met de gevoelens van een ander. 
Door de ontwikkeling van mijn geweten, kan ik me tijdens een spel al verplaatsen in de positie van de ander.  
Straffen en belonen zijn voor mij hulpmiddelen om te beseffen wat kan en niet kan. 
Ik neem het gedrag over van mijn opvoeder, dit heet spiegelgeweten

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oef 3 P 53

Slide 25 - Tekstslide

Bij oefening 3 p 53 zet je een kruisje in de passende kolom. Hoort de uitspraak bij de morele ontwikkeling van de peuter of de kleuter?

Vragenpot
Schrijf een vraag over de inhoud van de les op padlet


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Ik zal de verbetering van de schema's op smartschool zetten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies