H6, les 4 (7)

Economie
Hoofdstuk 6



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 6



Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
- Vragen over het huiswerk
- Theorie arbeidsmarkt
- Filmpje over de huidige arbeidsmarkt
- Opdracht 

Lesdoelen:
- Je kan benoemen wat het minimumuurloon is wat bij je leeftijd hoort.
- Je kan benoemen welke argumenten er zijn om meer loon te eisen.
- Je kan benoemen wat de gevaren/nadelen van zwartwerken zijn.




Slide 2 - Tekstslide

6.2 De arbeidsmarkt
Waarom deze paragraaf? 
Nuttig om te weten hoe de arbeidsmarkt ervoor staat en wat voor gevolg dat voor jou heeft. Moet je blij zijn met de eerste de beste baan of kan je wellicht iets meer eisen als werknemer. 

Slide 3 - Tekstslide

6.2 De arbeidsmarkt (blz. 83)
Op de arbeidsmarkt wordt de arbeid ‘verhandeld’.
Vraagkant: Dit zijn bedrijven die arbeidskrachten zoeken voor hun productie.

Aanbodkant: Dit zijn mensen die hun arbeid willen ‘aanbieden/verkopen’ om op die manier een inkomen te verdienen.




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De jacht op scholieren!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Zwart werk
Betaald werk verrichten zonder daar belasting of sociale premie over te betalen.


 


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 6.24
Wat? Maak opdracht 6.24
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 10 minuten
Klaar? Maak opdracht 6.22, 6.23, 6,25 en 6.26 op blz. 83-84.


timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsmarkt

Slide 10 - Tekstslide

Vraag naar arbeid (blz. 83)
Bestaat uit de banen die door zelfstandigen en werknemers worden vervuld (ook wel werkgelegenheid genoemd) plus het aantal banen waarvoor de werkgevers geen mensen hebben gevonden (vacatures). 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag naar arbeid
Vraag naar arbeid komt van de werkgever!

Slide 12 - Tekstslide

Aanbod van arbeid (blz. 83)
Alle mensen die betaald werk hebben of werk zoeken voor 1 uur of meer per week.
Drie groepen:
- Werkende zelfstandigen
- Werknemers
- Werklozen

Slide 13 - Tekstslide

Aanbod van arbeid

Slide 14 - Tekstslide

Werkgelegenheid (blz. 84) 
Arbeidsproductiviteit: productie / werkgelegenheid

Stel: er worden 100 producten gemaakt door in totaal 20 medewerkers. --> 100 / 20 =  5 per persoon --> is de arbeidsproductiviteit

Slide 15 - Tekstslide

Mara vond afgelopen maandag nog een beschimmeld frikandelbroodje in haar kluisje. Zij heeft deze vorige week gekocht maar heeft deze nu moeten weggooien. Is er sprake van ...
A
Consumeren
B
investeren
C
Geen van beide

Slide 16 - Quizvraag

Hoe begin je met het bepalen van de 'maximale betalingsbereidheid'?
A
Qa = Qv
B
Qa = 0
C
Qv = 0

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de 'minimale leveringsbereidheid'?
A
De prijs die vragers minimaal bereid zijn te betalen.
B
De prijs die een aanbieder minimaal wil ontvangen voor een product.
C
De evenwichtsprijs.

Slide 18 - Quizvraag

Er is sprake van een negatief verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Door de daling van de koopkracht zal de vraaglijn van frikandelbroodjes naar rechts verschuiven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wie zijn de aanbieders op de arbeidsmarkt?
A
de beroepsbevolking
B
de consumenten
C
de producenten
D
de bedrijven en de overheid

Slide 21 - Quizvraag

Opdrachten
Afmaken opdracht 6.22 t/m 6.26
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 15 minuten
Klaar? Maak opdracht 6.27 + 6.28 op blz. 85.


Slide 22 - Tekstslide