H6, arbeidsmarkt

Economie
Hoofdstuk 6

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
- Vragen vooraf
- Theorie arbeidsmarkt
- Maken opdracht 6.22 - 6.28


Slide 2 - Tekstslide

Béni vond afgelopen maandag nog een beschimmeld frikandelbroodje in zijn kluisje. Hij heeft deze vorige week gekocht maar heeft deze nu moeten weggooien. Is er sprake van ...
A
Consumeren
B
investeren
C
Geen van beide

Slide 3 - Quizvraag

Door de lockdowns zal de vraag naar Playstations ....
A
Stijgen
B
Gelijk blijven
C
Dalen

Slide 4 - Quizvraag

Er is sprake van een negatief verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.
Juist
Onjuist

Slide 5 - Poll

Door verhoging van de gasprijzen zal de aanbodlijn van energie naar rechts verschuiven.
Juist
Onjuist

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Video

6.2 De arbeidsmarkt (blz. 83)
Op de arbeidsmarkt wordt de productiefactor arbeid ‘verhandeld’.
Vraagkant: Aan de ene kant zijn er bedrijven die arbeidskrachten zoeken voor hun productie.
Aanbodkant: Aan de andere kant zijn er mensen die hun arbeid willen ‘verkopen’ om op die manier een inkomen te verdienen.




Slide 8 - Tekstslide

Vraag naar arbeid (blz. 83)
Bestaat uit de banen die door zelfstandigen en werknemers worden vervuld (ook wel werkgelegenheid genoemd) plus het aantal banen waarvoor de werkgevers geen mensen hebben gevonden (vacatures). 

Slide 9 - Tekstslide

Werkgelegenheid (blz. 84) 
Arbeidsproductiviteit: productie / werkgelegenheid

Stel: er worden 100 producten gemaakt door in totaal 20 medewerkers. --> 100 / 20 =  5 per persoon --> is de arbeidsproductiviteit
Een vacature kan niet produceren. Dit wordt hier dan ook niet tot de werkgelegenheid gerekend.

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Maken 6.22 - 6.28


Slide 11 - Tekstslide

Aanbod van arbeid (blz. 83)
Bestaat uit alle mensen die betaald werk hebben of werk zoeken voor 1 uur of meer per week. 
Drie groepen:
- Werkende zelfstandigen
- Werknemers
- Werklozen

Slide 12 - Tekstslide