De dynamiek van het Waddengebied

De dynamiek van het Waddengebied
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De dynamiek van het Waddengebied

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de dynamiek van het Waddengebied verklaren aan de hand van wind en zeestroming, ken je de kwetsbaarheid van het gebied als gevolg van menselijke activiteit, ken je de werking van eb en vloed, ken je de functie van duingebieden bij bescherming van de kust en hun functie als zoetwaterbekken.

Slide 2 - Tekstslide

Leg het leerdoel uit en communiceer wat studenten zullen leren.
Wat weet je al over het Waddengebied?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het Waddengebied
Het Waddengebied is een gebied gelegen in de Noordzee. Het strekt zich uit van Den Helder in Nederland tot aan de Deense grens.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte introductie van het Waddengebied en waar het zich bevindt.
Dynamiek
De dynamiek van het Waddengebied wordt bepaald door wind en zeestroming. Deze factoren hebben invloed op het landschap en het ecosysteem van het gebied.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat de dynamiek van het Waddengebied betekent en welke factoren hier invloed op hebben.
Kwetsbaarheid
Het Waddengebied is erg kwetsbaar door menselijke activiteit, zoals landaanwinning en visserij. Deze activiteiten hebben een negatieve invloed op het ecosysteem en de biodiversiteit van het gebied.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe menselijke activiteit het Waddengebied kwetsbaar maakt en welke impact het heeft op het ecosysteem.
Eb en vloed
Eb en vloed zijn natuurlijke fenomenen die plaatsvinden in het Waddengebied. Eb is het terugtrekken van het water en vloed is het opkomen van het water.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat eb en vloed betekenen en hoe ze plaatsvinden in het Waddengebied.
Getijden
Getijden worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan en de zon. Deze krachten zorgen voor de eb en vloed in het Waddengebied.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe getijden worden veroorzaakt en welke invloed ze hebben op het Waddengebied.
Duinlandschap
Duinlandschap is een belangrijk onderdeel van het Waddengebied. Duinen beschermen het land tegen de zee en fungeren als zoetwaterbekken door regenwater vast te houden.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat duinlandschap is en welke functie het heeft in het Waddengebied.
Zoetwaterbekken
Duinen fungeren als zoetwaterbekken doordat ze regenwater vasthouden en geleidelijk afgeven aan de omgeving. Zoet water is belangrijk voor het ecosysteem en de menselijke bewoners in het gebied.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat een zoetwaterbekken is en waarom het belangrijk is in het Waddengebied.
Biodiversiteit
Het Waddengebied heeft een grote biodiversiteit. Er leven verschillende planten- en diersoorten die aangepast zijn aan de dynamiek van het gebied.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat biodiversiteit betekent en welke rol het speelt in het Waddengebied.
Zeehonden
Zeehonden zijn een bekende diersoort in het Waddengebied. Ze zijn aangepast aan het leven in zee en op het land.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit welke diersoorten in het Waddengebied leven en wat hun kenmerken zijn.
Voedselketen
Het Waddengebied heeft een complexe voedselketen. Algen vormen de basis van de voedselketen en worden gegeten door schelpdieren, die op hun beurt weer gegeten worden door vogels en vissen.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat een voedselketen is en hoe deze eruitziet in het Waddengebied.
Vogels
Het Waddengebied is een belangrijk broedgebied voor vogels. Er zijn verschillende soorten vogels die afhankelijk zijn van het gebied, zoals de lepelaar en de kluut.

Slide 14 - Tekstslide

Benadruk het belang van het Waddengebied als broedgebied voor vogels en welke soorten er voorkomen.
Visserij
Visserij is een belangrijke economische activiteit in het Waddengebied. Het heeft echter ook een negatieve impact op het ecosysteem en de biodiversiteit van het gebied.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat de impact van visserij is op het Waddengebied en hoe het wordt gereguleerd.
Bescherming
Het Waddengebied wordt beschermd door verschillende organisaties en wetten. Het beheer en de bescherming van het gebied is een complexe taak.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit hoe het Waddengebied wordt beschermd en wie hiervoor verantwoordelijk is.
UNESCO Werelderfgoed
Het Waddengebied is erkend als UNESCO Werelderfgoed. Dit betekent dat het gebied van internationaal belang is en beschermd moet worden.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit wat UNESCO Werelderfgoed betekent en waarom het Waddengebied deze status heeft.
Toerisme
Het Waddengebied is een populaire toeristische bestemming. Toerisme kan echter ook een negatieve impact hebben op het ecosysteem en de kwetsbaarheid van het gebied.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit wat de impact van toerisme is op het Waddengebied en hoe het wordt gereguleerd.
Educatie
Educatie is belangrijk om het bewustzijn over het Waddengebied te vergroten. Door middel van educatie kunnen mensen leren hoe ze het gebied kunnen beschermen en behouden.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit wat het belang van educatie is en welke educatieve programma's er zijn voor het Waddengebied.
Quiz
Test je kennis over het Waddengebied met deze quiz!

Slide 20 - Tekstslide

Laat de studenten een quiz maken om hun kennis te testen.
Reflectie
Reflecteer op wat je hebt geleerd over het Waddengebied. Welke nieuwe informatie heb je opgedaan? Wat vond je het meest interessant?

Slide 21 - Tekstslide

Laat de studenten reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze het meest interessant vonden.
Bronnen
Hier zijn enkele bronnen die je kunt raadplegen om meer te leren over het Waddengebied.

Slide 22 - Tekstslide

Geef een lijst met bronnen waar de studenten meer informatie kunnen vinden over het Waddengebied.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.